niveau
alg. bestuur
uit.bestuur
uitvoerende
organen
adviserende
organen
gemeente
gem. raad
B en W
gem.secretarie,
dienst publieke
werken, etc.
adviescies,
etc.
provincie
prov.staten
ged. staten
prov. griffie,
prov.diensten,
etc.
P. P. C. etc.
rijk
parlement
regering
ministeries,
rijksdiensten,
etc.
S.E.R.,
R. A. R. O.
etc.
Op ieder niveau vindt een functionele verdeling van bestuurstaken
plaats. Wethouders, Gedeputeerden en Ministers plegen een be
paalde "portefeuille" te beheren (daarin uiteraard bijgestaan door
de nodige diensten en functionarissen).
De taken en de mogelijkheden die de verschillende besturen en or
ganen hebben om die taken uit te voeren liggen voor een deel vast,
zowel bij geschreven wet als bij ongeschreven maar algemeen aan
vaarde gedragsregels (moreel en politiek fatsoen) en soms bij aan
wijzing van hoger bestuur. De koers die de besturen en organen
uitzetten binnen de overblijvende speelruimte is hun beleid.
Ieder van de bovengeschetste besturen en organen heeft een eigen
taak en beschikt over een andere speelruimte; ieder zal dan ook in
zekere zin een eigen beleid volgen. Mits deze besturen en organen
- desnoods impliciet - op dezelfde samenlevingsdoelen gericht zijn
en zich voorts bewust blijven van hun begrenzingen - niet in het
minst ten opzichte van elkaar - kan gelijkgerichtheid en comple
mentariteit van beleid in al z'n vertakkingen ontstaan. Sterk bepa
lend daarvoor is de visie en consistentie van beleid aan de top.
In dit artikel richten wij ons daarom verder vooral op het rege-
rings-beleid.
Een poging tot systematisering in de veelheid van beleidstaken op
regeringsniveau is gedaan door de z.g. commissie de Wolff*. Deze
commissie onderscheidt de volgende TTgrote beleidsterreinen":
- internationale verhoudingen;
- welvaartsbevordering en -verdeling;
- ruimtelijke inrichting;
76
*zie Rapport van de Commissie Voorbereiding Onderzoek Toekomstige Maat
schappijstructuur, Staatsuitgeverij 1970.