- wetenschap en technologie; - maatschappelijk en cultureel welzijn. Deze grote beleidsterreinen worden ook wel aangeduid als facetten van het overheidsbeleid; hoewel theoretisch te onderscheiden, door snijden ze elkaar in de praktijk*. Het ruimtelijk beleid kreeg met het vorenstaande zowel een globale karakteraanduiding - facet, groot beleidsterrein- als een globale plaatsaanduiding: tussen de overige genoemde beleidsterreinen. Het begrip Ruimtelijk Beleid vindt een formele grondslag in de Wet Ruimtelijke Ordening (1960), waar het in de hiërarchie van forme le ruimtelijke plannen in de plaats trad van het Nationale Plan uit vroegere wetgeving. Het valt op dat de begrippen ruimtelijk beleid en ruimtelijke ordening voor de wetgever van toen (eind van de !50- er jaren) kennelijk synoniem zijn. In aansluiting hierop hebben zo wel de wetgeving en het beleid, als de wetenschappelijke onderbou wing daarvan (planologie), dan ook een regulerend en corrigerend karakter. Sinds de tweede helft van de '60-er jaren komt echter bij het ruimtelijk beleid een meer sturende benadering naar voren. Hoewel de wetgeving zijn regulerend karakter behouden heeft, geeft het beleid meer specifieke doelen aan en gebruikt actievere midde len in de sfeer van beleidscoördinatie en financiering. Het begrip planning speelt bij dit alles een steeds grotere rol. Wat is planning? De eerder genoemde Commissie de Wolff zegt hierover het volgen de: TTBeschouwt men de theoriën over planning en wat in de praktijkon der planning wordt verstaan dan wordt al gauw duidelijk dat het moeilijk is om tot een algemeen aanvaardbare definitie te komen. Gemeenschappelijke en kenmerkende elementen in alles wat onder planning wordt verstaan zijn o.m. de poging om tot een systemati sche aanpak te komen, het rationaliseren van beslissingsproces sen, het bewust maken van doeleinden en middelen. De commissie heeft verschillende definities van planning de revue laten passeren en gemeend verder onder planning te moeten verstaan de weten schappelijke beleidsvoorbereiding gericht op het bevorderen van een systematisch en consistent beleid. 77 Zodra het om meer concrete zaken in de beleidssfeer gaat onderscheidt de commissie sectoren. Men spreekt over facetten en sectoren vooral wanneer de beleidswerkzaamheden uit een wetenschappelijk gezichtspunt worden be zien.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1975 | | pagina 78