- de toekomstige werkelijkheid
Onder de vorige hoofdjes hebben zowel de informatie ten behoeve
van het concept van de huidige werkelijkheid, als het concept van
de mogelijke transformatie aandacht gekregen. Hier wordt onder
streept dat ook het concept van de rTnieuwe betere werkelijkheid"
informatie behoeft. In essentie zijn daarbij twee vragen aan de or
de:
a. Wat is de werkelijkheidswaarde van deze nieuwe te scheppen
werkelijkheid?
b. Is het inderdaad een betere werkelijkheid?
Deze vragen lijken overbodig; het hele plan was er immers op ge
richt om een reëel en positief te waarderen resultaat te bereiken.
Echter, reeds menig instrumentmaker heeft zich bij zijn werk zo
laten fascineren door de mogelijkheden van steeds verdere verfij
ning, dat hij te laat moest ontdekken dat zijn instrument niets uit
kon richten op het materiaal dat er mee bewerkt moest worden.
De poging tot schatting en waardering van de nieuw te scheppen si
tuatie is daarom de laatste kans om na te gaan of men met een goed
plan te maken heeft. Het is niet uitgesloten dat hierbij zal blijken
dat al die tijd toch eigenlijk gewerkt is aan een hersenschim I
Deze overweging krijgt extra reliëf als men bedenkt dat sinds het
begin van de planarbeid tijd is verlopen, waarin de situatie en
waarderingsmaatstaven gewijzigd kunnen zijn.
De kennis en informatie die in het toekomstige werkelijkheidscon
cept vereist worden zijn in beginsel van dezelfde aard als die voor
het huidige werkelijkheidsconcept, maar dan met een extra dimen
sie. Bij het wegnemen van bestaande knelpunten en fricties zal
immers moeten worden vermeden dat nieuwe - wellicht van nog
ernstiger aard: - worden gecreëerd. Dit vereist inzicht in de me
chanismen en variabelen die een sociaal-ruimtelijk systeem struc
tureren.
Samenvattend en generaliserend kan men stellen dat de benodigde
informatie en de bewerking daarvan in de verschillende stappen
van het (ruimtelijke) planningproces, als volgt is te karakteriseren:
- t.a.v. de huidige werkelijkheid: inzicht verschaffen in de fysieke
en sociale situatie en het vigerend waardenpatroon teneinde tot
confrontatie van beide te komen en vermijdbare knelpunten en
fricties bloot te leggen;
- t.a.v. de doelstelling: verdere uitdieping van het voorgaande, nu
echter toegespitst op de gebleken knelpunten en fricties;
- t.a.v. de middelen-selectie: bewerking van gegevens uit het voor
gaande en nieuwe gegevens die in het licht van de technische en
organisatorische oplossingsmogelijkheden noodzakelijk zijn;
84