ben een aantal nieuwe probleemvelden bloot gelegd, ter oplossing waarvan een expansie van wetenschappelijk onderzoek noodzakelijk is. Het in fig. 1 gegeven schema van relaties tussen basisdoelen (activiteiten) en natuurlijke hulpbronnen kan helpen aan te duiden waarom het ten aanzien van de landinrichting gaat. Voorheen was de inrichting van het platteland voornamelijk gericht op land- en tuinbouw door middel van ruilverkavelingen, water - schapswerken en raamontsluitingsplannen. Geleidelijk aan zijn daarin in toenemende mate elementen opgenomen van meer alge meen belang. Thans komen in deze projecten veelal ook inrichtingswerken ten behoeve van de openluchtrecreatie voor, vindt er landschapsbouw plaats en zijn bewoning^ milieubeheer en natuurbeheer aan de orde. Een en ander heeft er toe geleid dat in de landinrichting aan deze aspecten steeds meer aandacht dient te worden geschonken. Zo is in de afgelopen tien jaar de basiskennis ten aanzien van het feno meen openluchtrecreatie sterk verdiept en uitgebreid. Bij de be paling van plaatskeuze, capaciteit, inrichting en beheer van nieu we voorzieningen in deze sfeer wordt deze nieuwe kennis regulier toegepast. Een analoge ontwikkeling is waar te nemen bij plaats- keuze, inrichting en beheer van natuurterreinen, bij voorzieningen ten behoeve van een goed milieu en bij de bewoning in bijzondere woonvormen. Het is duidelijk dat het in de opleiding tot geodetisch ingenieur - evenals overigens in andere opleidingen - onmogelijk is bovenge noemde vakgebieden uitgebreid aan de orde te stellen. Het moet evenwel mogelijk zijn in de planologisch-geodetische hoofdlijn door 91 basisdoelen 'natuurlijke' (basisactiviteiten) hulpbronnen verkeer milieu natuur landschap bosbouw land- en tuinbouw recreatie wonen afgeleide activiteit Fig. 1 Schema van de relaties die bij landinrichting een rol spelen

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1975 | | pagina 92