3. Zwaartekracht opname op de Noordzee Aan de afdeling der Geodesie zijn met name door Prof. Baarda, nieuwe theorieën ontwikkeld over de bepaling van de vorm van het aardoppervlak en de equipotentiaalvlakken. De gegevens van de Seasat altimetrie gecombineerd met zwaartekrachtsmetingen geven een unieke mogelijkheid on de nieuwe theorieën in de praktijk te toetsen. Daarom heeft Prof. Baarda binnen de Rijks commissie voor Geodesie een krachtig pleidooi gehouden om de zwaartekrachtsmetingen op de Noordzee mogelijk te maken. De goede relatie tussen de Koninklijke Nederlandse Marine en de afdeling Geodesie, die door Vening Meinesz was opgebouwd werd weer tot leven gebracht. Van augustus tot oktober 1979 kregen wij de gelegenheid om aan boord van Hr. Ms. MBuyskesn zwaartekrachtmetingen uit te voeren. Dit is een marinevaartuig, speciaal bestemd voor hydrografisch werk op de Noordzee. Op het kaartje van fig. 2 is het patroon van lijnen aangegeven dat in deze tijd gevaren is. Totaal ongeveer 10.000 kmDe afstand tussen de lijnen is 20 km. Dit netwerk sluit aan op het Engelse en Deense zwaartekrachtsnet op de Noordzee. Behalve de zwaartekracht werden ook de diepte en de aardmagnetische veldsterkte gemeten. Onze moderne zeegravi- meter stelde ons in staat met een precisie van één milligal, dat is 10~6 deel van de zwaartekracht, continu tijdens het varen de zwaartekracht te registreren. Voor een goede meting was echter ook een goede plaatsbepaling noodzakelijk. Het schip had de beschikking over een Hi-Fix-6 systeem, dat zeer nauwkeurig werkte in het zuidelijk deel van de Noordzee. Ten noorden van Nederland was de ontvangst echter slecht, zodat besloten werd een Pulse-8 systeem te huren. Dat is een hyperbolisch plaatsbepalingssysteem met zenders in Engeland, Denemarken en Noorwegen. De nauwkeurigheid van de plaatsbepaling was in de orde van 40 m. Er werden, afhankelijk van de ontvangst, drie tot zes hyperboolpatronen waargenomen en berekend, zodat door vereffening een controle op de nauwkeu righeid van de plaats verkregen werd. Deze on-line controle is zeer essentieel op zee, daar het enorm kostbaar is als te laat ontdekt wordt dat de plaatsbepaling niet goed was. In het verle den moesten meermalen geofysische opnamen van oliemaatschap pijen worden overgedaan wegens slechte posities. De precisie van de plaatsbepaling was vooral van belang voor de berekening van de snelheid van het schip. De gemeten zwaartekracht moet gecorrigeerd worden, afhankelijk van de snelheid van het schip, de zgn. tTEötvösTT-correctie. Hiervoor moet de snelheid tot op 0,1 mijl per uur en de koers tot op één graad nauwkeurig bekend zijn. Dit stelt hoge eisen aan de plaatsbepaling. Tevens werden de be wegingen van het schip ten gevolge van de golfslag gemeten. Op 108

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1980 | | pagina 109