verwerking van metingen volgens de voerstraalmethode, maar ook werden nieuwe systemen ontwikkeld. Zo werd in 1974, voort bouwende op wat elders ontwikkeld was (ANBLOCK), een systeem operationeel voor de berekening van aerotriangulatie en blokver- effening. Verder een systeem voor de automatische publicatie van R. D. - en hoofdpunten m. b. v. kaarten en registers. Ook een sy steem voor de berekening, de opslag en mutatie van de plaats- co'órdinaten van percelen die een nieuwe ingang vormen tot de ge automatiseerde kadatrale- en hypothecaire registratie (AKR). Dit laatste brengt ons bij veruit het grootste project van het Ka daster waaraan op dit* moment wordt gewerkt. Bij de meeste van de hiervoor genoemde activiteiten waren jonge geodetisch ingenieurs van het CTO betrokken. Soms samenwer kend met een collega van de FD (Fotogrammetrische Dienst) of de RD (Rijksdriehoeksmeting), meestal ook samenwerkend met stuur- of werkgroepen, waarin steeds ingenieurs zitting hadden, voor de leiding, begeleiding of invoering in de praktijk van de au tomatiseringsprojecten. Bij het AKR-project kan van dit alles nauwelijks worden gespro ken. Op leidinggevende plaatsen zitten weliswaar ingenieurs en zij zitten ook in het overleg met externe relaties voor het vast stellen van de omvang en de voorwaarden van de informatievoor ziening van en naar het Kadaster, maar dat is practisch alles. De enige geodetische ingenieur, werkzaam binnen het bureau dat voornamelijk voor dit project is opgericht, is in de eerste plaats een specialist op het gebied van database beheer. Toen hij aan het project ging werken beschikte hij nauwelijks over enige ka dastrale ervaring. Deze situatie, het niet meer beheersen van het kadastrale métier door de ingenieur, zal helaas wel zo blij ven. De betrokkenheid van de geodetisch ingenieur bij het in standhouden van het Kadaster, de taak van de vroegere landmeet kundige dienst van het Kadaster, is door de reorganisatie in 1974 belangrijk verminderd. Het is overigens nog de vraag of zonder deze verandering er steeds voldoende jonge geodeten voor deze taak beschikbaar zouden zijn gekomen. Gezien de geringe betrokkenheid van de geodeet bij dit project daarom verder nog maar een enkele mededeling hierover. Rond de jaarwisseling 80/81 zal een interimsysteem, dat het definitie ve AKR-project dicht benadert, operationeel zijn in een gebied Zeeland omvattende ongeveer 100 000 percelen. Wel wat meer mededelingen over het ARAK-systeem. Nadat in 1971 de eerste fase gereed kwam, die betrekking had op de ruil verkavelingsprocedure tot en met de lijst van rechthebbenden, volgde daarna nog een tweetal fasen. De tweede fase reikt tot en met het plan van toedeling terwijl de derde fase de kadastrale 131

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1980 | | pagina 132