felcomputers. Daar de invoering van de tafelcomputers een ver schuiving kan geven van manuele karteer methoden naar reken kundige methoden is aan deze invoering veel aandacht besteed. De onzekerheid over de toekomstige ontwikkelingen in het com putergebruik en de gevolgen daarvan voor de werksituatie vroe gen om een zorgvuldige benadering. Daartoe werd een project organisatie gevormd met een begeleidingsgroep voor de gehele dienst en voor iedere provincie nog een begeleidingsgroep met onder meer medewerkers uit die bewuste provincie. De gekozen methode werd positief gewaardeerd. 3. Rol van de geodeet bij de automatisering. Op de hiervoor genoemde weg zal daarom zeker worden voort gegaan indien het plan voor de kartografische informatieverwer king bij het Kadaster wordt uitgevoerd. Verschillende leden van de hierbij noodzakelijke projectcoƶrdinatie, waaronder ook een aantal ingenieurs, zullen dan wel moeten worden bijgeschoold. Naast de vaardigheden die ze bezitten dienen ze de organisatori sche en personele problematiek die hierbij optreedt tijdig te on derkennen en op de juiste wijze te behandelen. Met alleen tech nische kennis en ervaring komt men er hier niet meer. Met het voorgaande lijkt voldoende gegeven te zijn om nu de rol van ingenieur bij het Kadaster in een groot onderzoeks- en auto matiseringsproject te schetsen. Kartografische informatieverwerking. Gekozen is het project voor de geautomatiseerde kartografische informatieverwerking. De mogelijkheden van de hierbij te ge bruiken interactief grafische systemen werden reeds geruime tijd gevolgd. Meer doelgericht werd te werk gegaan toen in 1977 bleek dat de Philips computer van de dienst vervangen diende te worden. De gedachte kwam toen op deze vervanging zo te reali seren dat de nieuwe configuratie, behalve voor de productie, ook als basis kon dienen voor een systeem waarmee de nodige onder zoekingen ten behoeve van de invoering van de genoemde verwer kingsmethode konden worden gedaan. Basisgedachte hierbij was en is een digitaal bestand op te bouwen en bij te houden door mid del van digitalisering van geschikte kaarten, door terreinmetin gen of vanuit stereo modellen van luchtfotoTs. Vanuit dit bestand moeten dan automatisch kunnen worden vervaardigd: het kadastra le bijblad, de GBKN en het werkplan dat bij ruilverkavelingen wordt gebruikt. De belangrijkste activiteiten die nodig waren om uiteindelijk (midden 1980) de gewenste hard- en software ten be hoeve van de onderzoekingen in huis te hebben zijn hieronder aan gegeven. 133

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1980 | | pagina 134