de deelwerkgroep "precisie en betrouwbaarheid11 (1/5) om de landmeetkundige gegevens in een vastgoedsysteem een aandui ding van hun precisie en betrouwbaarheid te kunnen geven; de deelwerkgroep rplaatsaanduiding en gegevensstructuren11 (1/6; zij het dat de kadastrale medewerker géén geodeet maar een kartograaf is) die zoekt naar de juiste systematiek bij het vastleggen van liggingsgegevens; de deelwerkgroep "toegankelijkheid en conversie" (2/6; de ka dastrale inbreng bestaat uit een geodeet en een kartograaf) voor het converteren van informatie op kaarten naar digitale bestan den en het fysiek beschikbaar maken van informatie in de ver schillende systemen. De geodeten van het Kadaster die in deze deelwerkgroepen zitten werken ook in de projectcoördinatie voor K. I. Gehoopt wordt daarmee de door de AOA gevraagde samenhang met de adviezen van de overleggroep Topografie en Leidingen zo goed mogelijk te bereiken. In het automatiseringsplan dat na de evaluatie van de experimentele fase moet worden opgesteld om een invoering van het KI-systeem mogelijk te maken dient hieraan aandacht te worden besteed. Dit naast de aspecten organisatie, personeel, financiën, planning van de invoering, hard- en software, ver antwoordelijkheid informatieverstrekking, enz. 4. Verwachtingen Het project voor de geautomatiseerde kartografische informatie verwerking, waarvan een aantal hoofdlijnen hier zijn geschetst, zal verscheidene geodetisch ingenieurs bij het Kadaster geduren de jaren bezig houden met onderzoek en automatisering. Daar naast zal men zich gaan richten op andere projecten. Hierbij wordt gedacht aan een integraal vastgoed- en planontwerpsysteem t. b. v. de landinrichting. Naast een integratie tussen de verschil lende geautomatiseerde systemen als ATOR, Systeem Detailme ting, ARAK, AKR, speelt hierbij de inbreng en geautomatiseerde verwerking van elementen die niet in deze systemen opgenomen, maar die toch van belang voor het landinrichtingsgebeuren zijn een rol. De reeds voor een belangrijk deel bepaalde plaatscoördinaten van percelen, de coördinaten van een referentiepunt binnen het ka dastrale perceel, kunnen hierbij - maar ook voor andere geïnte greerde vastgoedsystemen - een rol gaan spelen. Op grond van dit alles is nog géén duidelijk beeld van een geauto matiseerd Kadaster te schetsen. Er zijn veel invloeden die de toekomst moeilijk voorspelbaar maken. Voortgang is slechts mo gelijk nadat tijdrovende procedures zijn doorlopen. In het voor gaande is dit hopelijk tot uitdrukking gekomen. 138

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1980 | | pagina 139