beurt in de Rijksplanologische Commissie (R.P.C.), waar, door interdepartementaal ambtelijk overleg, coördinatie plaatsvindt met andere sectoren en facetten. Het planologisch overleg met betrekking tot het vijfjarig volgor deschema van uitvoering van landinrichtingsprojekten speelt zich af in de Centrale Cultuurtechnische Commissie (C.C.C.)- De ruimtelijke integratie op provinciaal en gemeentelijk niveau van landinrichtingsprojekten vindt plaats in het kader van streek-, struktuur- en bestemmingsplannen. Volgens het ontwerp landinrichtingswet dient het provinciaal streekplan als planologisch uitgangspunt voor het landinrichtings- projekt te worden genomen. De provincie neemt immers een middenpositie in tussen rijk en gemeente. Hierom is zij het meest geschikte ontmoetingsniveau voor de ruimtelijke ordening en landinrichting. Hierbij moet de relatie zodanig zijn dat enerzijds de landinrichting een bijdrage levert tot het ruimtelijke beleid en anderzijds de landinrichting zich binnen de marges van de ruimtelijke ordening kan ontplooi en. Wil de afstemming goed functioneren, dan dient het streekplan op uitvoering gericht te zijn en een programmatisch karakter te hebben, zodat op een juiste manier ingespeeld kan worden op de te verwachten c.q. te stimuleren ontwikkelingen. Bij het streekplan en struktuurplan dient het accent te liggen op de bestuurlijke integratie, terwijl bij het gemeentelijk bestem mingsplan het accent ligt op het juridische integratiekader. Gezien de spil-funktie van het streekplan e.n van Gedeputeerde Staten (G.S.) zullen conflictsituaties op lokaal niveau op provin ciaal niveau moeten worden opgelost, hetzij door het toepassen van de aanwijsbevoegdheid van G.S. hetzij door wijziging van het landinrichtingsplan door G.S. Om de conflicten vroegtijdig te onderkennen is het noodzakelijk dat beide planprocedures (landinrichtingsplan en bestemmings plan) zo goed mogelijk op elkaar worden afgestemd. Om verder de flexibiliteit in beide planprocedures zo goed mo gelijk in te bouwen, is het gewenst de beide procedures proces matig te plannen, waarbij de procesgangen van de twee plannen gesynchroniseerd dienen te worden. 4. De landinrichting als werkterrein van de geo deet Allereerst een schets van de ontwikkeling van de ruilverkaveling in Nederland sinds 1924. De eerste wet ging de nadelen van versnippering van grondge bruik en eigendom tegen om de produktiefunktie van het agra risch gebied te stimuleren. 143

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1980 | | pagina 144