In 1938 kwam er een nieuwe wet, waarmee enkele hiaten werden weggewerkt en waardoor de ruilverkavelingen doelmatiger kon den worden uitgevoerd. De opvolger van 1954 schonk ondermeer ook aandacht aan de verzorging van het landschap en de verhou ding van ruilverkavelingen tot de ruimtelijke ordening. Het thans (februari 198Ö) bij de Tweede Kamer ingediende ontwerp voor een landinrichtingswet is de logische hedendaagse stap in deze ontwikkeling. In de toelichting op het ontwerp landinrichtingswet wordt onder meer aandacht gevraagd voor het feit dat de Nederlandse samen leving zich vooral in de laatste twintig jaar in een snelle ontwik keling bevindt, die steeds verder gaat. MEen ontwikkeling die tot verschuivingen in de funkties en waar dering van het landelijk gebied heeft geleid. Met name valt daar bij te denken aan de stads- en dorpsuitbreiding, de toename van de mobiliteit, de toegenomen recreatiebehoeften en de gestegen waardering voor natuur en landschapTT. De inrichting van het landelijk gebied zal, wanneer het ontwerp wet wordt, gericht kunnen zijn op een rationele en economisch verantwoorde bedrijfsvoering, een sociaal aanvaardbaar woon-, werk- en leefklimaat op het platteland en een maximaal medege bruik ervan door de gehele niet-agrarische bevolking. Vervol gens moet het wetsontwerp mogelijkheden bieden om een zo ge varieerd mogelijk natuurlijk milieu in stand te houden, een es thetisch en cultuurhistorisch verantwoord landschapsbeeld te vormen en een doelmatige en veilige verkeersafwikkeling te be vorderen. De procedure van de integrale ruilverkaveling, zoals die op dit moment wordt toegepast, is globaal weergegeven in schema 1. Korte beschrijving van de onderdelen van de procedure De voorbereiding start, nadat een blok op het volgordeschema van de C.C.C. is geplaatst en de Voorbereidingscommissie is benoemd. De doelstellingen die nagestreefd dienen te worden, zijn vastgelegd in het rapport ex. art. 32. Allereerst worden er vier deeladviezen opgesteld. Deze vier deeladviezen zijn: het landbouwstruktuuradvies, het N.W.C.* -advies, het advies land schapsbouw en het recreatie-advies. Vervolgens stelt men deze adviezen tot alternatieve schetsplannen samen. Uit de schetsplannen wordt het voorontwerp gedestilleerd. Hier op dient de streek d.m.v. inspraak te reageren. Uiteindelijk komt hieruit het stemmingsrapport tot stand, dat door de C.C.C. aan G.S. wordt aangeboden. 144 N.W.C.: Natuur Wetenschappelijke Commissie.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1980 | | pagina 145