G.S. besluit tot stemming en organiseert deze. Hiermede wordt de voorbereidingsfase afgesloten. Na een positieve stemmingsuitslag start de uitvoeringsfase. G.S. benoemt de plaatselijke commissie (p.c.), waarna de werkzaam heden kunnen beginnen. Allereerst worden de rechten geïnventa riseerd en de schatting van de gronden uitgevoerd. Deze gege vens worden tervisie gelegd. Tevens begint de plaatselijke commissie met de uitvoering van de werken ter verbetering van de infrastructuur en de boerderij - verplaatsing. De definitieve planontwerpfase begint met het op stellen van de richtlijnen voor het plan van toedeling. Dan wor den de wenszittingen gehouden en het plan van toedeling gemaakt. Dit wordt daarna tervisie gelegd. Zo snel mogelijk na deze tervisielegging vindt de kavelovergang plaats en worden kavelaanvaardings- en -inrichtingswerken uit gevoerd. Wanneer het plan van toedeling vaststaat wordt de akte van toedeling opgemaakt en overgeschreven in de openbare re gisters. Nadat de kavelwerken zijn uitgevoerd vindt de tweede schatting plaats en wordt de lijst van geldelijke regelingen opgemaakt en tervisiegelegd. Tenslotte vindt de renteberekening plaats waar mee de inspecteur der belastingen zijn aanslagbiljet kan opma ken. Er zijn dan inmiddels ongeveer 15 jaren verstreken sinds het plaatsen op het volgorde schema en rond de 10 jaar sinds de stemming. De doelstellingen van de huidige integrale ruilverkaveling kun nen in het algemeen als volgt geformuleerd worden: - Verbetering van de verkavelingssituatie, - Verbetering van de waterbeheersing, - Verbetering van de ontsluiting, - Zorg voor de natuur, het milieu en het landschap en - Verbetering van het woon-, werk en leefklimaat. Omdat Nederland langzamerhand voor het grootste gedeelte goed ontsloten en goed ontwaterd is en verder de natuur-, milieu- en landschapsbehartiging steeds belangrijker zijn geworden, tekent zich thans binnen de doelstellingen een accentverschuiving af ten gunste van de verbetering van de verkavelingssituatie, de zorg (veiligstelling en verbetering) voor natuur, milieu en landschap en een sociaal te aanvaarden woon-, werk- en leefklimaat. 5. De taak van de geodeet in de landinrichting Wanneer men uitgaat van de stelling dat planning van de ruimte moet berusten op een wederzijdse aanpassing van de ruimte en de samenleving en het feit dat de geodeet in deze wisselwerking de veranderingen voorbereidt en uitvoert, dan moet duidelijk 146

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1980 | | pagina 147