zijn, dat een geodeet zich binnen de landinrichting terecht op
zijn plaats voelt.
Als men zich verder voor ogen houdt dat geen goede ruimtelijke
planning tot stand kan komen zonder een goede informatievoor
ziening, dan kan men zich voorstellen dat de kadastrale geodeet
zijn plaats ook goed gefundeerd weet.
De twee pijlers, waarop de taak van de geodeet in het landin-
richtingsgebeuren berust, zijn dan ook de informatievoorziening
en de (ruimtelijke) planning met betrekking tot onroerend goed.
Hierbij dient men deze taak vooral tegen de achtergrond van het
waarborgen van de rechtszekerheid te bezien, hetgeen bij de
veelal ingrijpende wijzigingen in de eigendoms- en gebruikssitu
atie in het landinrichtingsgebied van wezenlijke betekenis is.
Hoewel de eerste verantwoordelijkheid voor het landinrichtings-
beleid bij de Minister van Landbouw en Visserij behoort en de
Landinrichtingsdienst van dit Ministerie de werkzaamheden co-
ordineert levert de Dienst van het Kadaster en de Openbare Re
gisters binnen dit kader van oudsher (sinds 1924) een belangrij
ke bijdrage aan voorbereiding en uitvoering van ruilverkavelin
gen.
Deze bijdrage moet vooral gezien worden als een bijdrage aan
het ruimtelijk planningsproces. Hierbij vervult de geodeet een
belangrijke rol in de beleidsvoorbereiding door het vastleggen
van wat er nu is, (d.m.v. het bijhouden van een eigendoms- en
gebruiksboekhouding met aanvullende informatie)^ het aangeven
van wat moge lij k is (d.m.v. het uitvoeren van toedelingson-
derzoek), het presenteren van het definitieve ontwerp (op
maken van het plan van toedeling) en het kadastraal vastleg
gen van het eindresultaat.
Het instrumentarium dat de kadastrale geodeet hierbij tot zijn
beschikking staat, is een actueel geautomatiseerd vastgoedsys
teem (ARAK) (geeft een beschrijving van de aanwezige rechten)
en een planontwerpsysteem (ATOR) dat in de nabije toekomst
zal kunnen uitgroeien tot een planning- en informatiesysteem.
Informatievoorziening t.b.v. de ruimtelijke plan
ning
Zoals in paragraaf 4 is gesteld, zijn de oorspronkelijke agrari
sche ruilverkavelingen in de loop der tijd uitgegroeid tot een in
tegraal afwegen van alle landbouw-economische, landschappe
lijke, natuurwetenschappelijke en sociaal-psychologische facto
ren in een ruilverkavelingsblok.
In dit afwegingsproces is het noodzakelijk dat men beschikt over
inzicht in de ruimtelijke consequenties van bovenstaande factoren.
Nu zal nagegaan worden (zie ook schema 1) wat voor soort infor
matie op een bepaald moment in de rvk-procedure verlangd wordt.
147