Zo ben ik op de gedachte gekomen om voor dit Lustrumboek een
vergelijking te maken van afstudeerrichting en huidige werkkring
voor de geodeten, werkzaam bij de "overige" Rijksoverheid. Nu
is het moeilijk een goede classificatie te maken, maar ik heb
gekozen het te doen aan de hand van de indeling van de Afdeling
der Geodesie in zogenaamde "kleinste werkeenheden". Deze
staan ongeveer gelijk met de leerstoelen.
Voor degenen van vóór het tijdperk van de Wet Universitaire Be-
stuurshervorming (WUB) nu even een korte schets van deze inde
ling. De Afdeling der Geodesie is gesplitst in twee vakgroepen,
te weten: De Mathematisch-fysische (A) en de Planologisch-admi
nistratieve (B). Elke vakgroep is onderverdeeld in 5 kleinste
werkeenheden. Hiermee ontstaat het volgende totaalbeeld:
VERDERE
VAKGROEP KLEINSTE WERKEENHEID* AANDUIDING
A: Math. - - Satelliet-geodesie S
Fys. - Gravimetrie G
Geodesie - Zeegeodesie geod. astronomie Z
- Mathematische geodesie M
- Landmeten L
B: Plan. - - Fotogrammetrie F
Admin. - Kartografie K
Geodesie - Planologische geodesie P
- Vastgoedsystemen V
- Recht J
Nu kan het "classificeren" plaatsvinden: om een paar voorbeel
den te noemen: afstudeerwerk bij prof. Bruins valt onder "G";
van prof. Roelofs onder "Z" of "F"; "M" staat bij prof. Baarda
en "P" bij prof. Witt.
Op deze manier heb ik aan de hand van de titel van de afstudeer
scriptie en de naam van de afstudeerdocent(en) voor elk van de
33 geodeten - voor zover niet onlangs afgestudeerd - geschat
bij welke kleinste werkeenheid zij heden ten dage afgestudeerd
zouden zijn. Hierbij is dankbaar gebruik gemaakt van het regis
ter samengesteld door de heer Rogge [5]. Hetzelfde geldt voor
de huidige werkkring; ook daarvan heb ik aan de hand van de en-
quete geschat op het gebied van welke kleinste werkeenheid de
167
Deze aanduidingen komen hier en daar niet geheel overeen met de officiële
benamingen.