gevraagd standpunten inzake beroepskwesties mededelen en uit
eindelijk heeft de minister toch het laatste woord, want hij kan -
als hij het niet eens is met het advies van de afdeling contentieux
aan de Kroon - zijn afwijkende opvattingen daarvoor in de plaats
stellen. Dit "contrair gaan" doet de minister in een rapport aan
de koning, waarin met redenen omkleed wordt afgeweken van het
daarin op te nemen advies van de afdeling contentieux. Het daar
op volgende Koninklijke Besluit wordt met het ministeriële rap
port in het Staatsblad opgenomen. De minister is belast met de
tenuitvoerlegging van alle Koninklijke Besluiten. Het is ongebrui
kelijk, dat een minister in het parlement hard wordt aangevallen
over gewone Koninklijke Besluiten. De kans dat dit gebeurt lijkt
mij als hij contrair gaat iets groter. Dat er overigens enig
staatsrechtelijk verschil bestaat op het stuk van de ministeriële
verantwoordelijkheid tussen een K. B. en een contrair K. B. acht
ik niet aannemelijk.
Contraire besluiten zijn zeldzaam en dan nog is het de vraag of
dat contrair gaan steeds mede inhield dat de minister de overwe
gingen van de Adviseur ten behoeve van de Raad van State onjuist
vond. Het kan namelijk voorkomen, dat de Minister aan die over
wegingen of aan die van de afdeling contentieux nieuwe (politieke
of financiële bijvoorbeeld) elementen toevoegt, waardoor de weeg
schaal precies doorslaat naar een andere kant. Kortom, met de
genoemde theoretische bezwaren kan het bureau van de Adviseur
ten behoeve van de Raad van State naar mijn mening nog een lang
en gelukkig leven tegemoet zien.
3. Bezetting van het' Bureau
Planologie en Ruimtelijke Ordening zijn aandoeningen die je op
heel wat instituten kunt oplopen. Dat werkt in de hand dat op het
bureau juristen, ingenieurs (bouwkundig-, civiel- en geodetisch-)
en beoefenaars van nog enige andere disciplines met precies de
zelfde opdracht - concipieer een volledig advies - belast zijn.
Meerdere medewerkers hebben trouwens uiteenlopende ervarin
gen in het bedrijfsleven, bij een overheid of elders opgedaan,
voordat ze bij het bureau kwamen. De verschillen in opleiding
vervagen op den duur tamelijk sterk. Het werk heeft een brede
horizont, die steeds verandert. Je bent nooit afgestudeerd in het
dynamische proces van optimale wederzijdse aanpassing van
ruimte en samenleving. Het komt regelmatig voor dat een mede
werker, voordat hij over een onderwerp kan adviseren, eerst
een of meer specialisten terzake moet raadplegen. Zonder zelf
specialist te zijn, moet een medewerker zich dan wel op het ni
veau werken, dat hij de specialist kan verstaan. Hij moet de
vragen stellen, de antwoorden beoordelen en kunnen beslissen,
wanneer hij voldoende is geïnformeerd. Het bureau beschouwt
180