fasering in elk geval behoorlijk kunnen worden geïntroduceerd. 4. Geodeten Ik vind dat de opleiding tot geodetisch ingenieur zeer veel stof kan omvatten, die voor het werk op dit bureau welkom is. Vooral de planologische geodeet, die op de afdeling Bouwkunde bijvoor beeld in de facultatieve sfeer nog aanvullende kennis vergaart over bouwen en stedebouw - o.m. door deel te nemen aan een stedebouwkundige studiegroep - en op de afdeling Weg- en Wa terbouw over de aanleg van wegen en waterbouwkundige werken (groot en klein), beschikt, als hij dat zou willen aan het eind van zijn studie over een zeer waardevol pakket kennis, dat breed ge oriënteerd is op het grondgebruik, zowel in technische zin als in juridische zin. Ik heb de indruk, dat de hoge technische kwaliteit van deze specialisatie minder vaak wordt genoemd dan de juridische. Dat is begrijpelijk, omdat het be drijfsleven en de overheid veelal nog onvoldoende weten, welk een TTgrondigeTTjuridische scholing ze mogen verwachten als ze te maken hebben met geodetisch ingenieurs. Beide kwaliteiten mogen en moeten echter genoemd worden. Eigen vakken zoals recht, vooral het recht inzake onroerend goed en grondgebruik, bodemkunde, kartografie, geologie en cultuurtechniek werpen op dit werkterrein concurrerende vruchten af. Ontwikkelingen in de samenleving lijken aan te sporen tot up to date houden van het pakket. Cultuurtechniek alleen bijvoorbeeld is nu te wei nig. Daar horen onderwerpen als milieu, ecologie en landschaps bouw stellig bij. Maar waar heb ik Tt over; de derdejaars Geode sie-studenten namen vorig jaar bijna deel aan een project over Milieu Effect Rapportage (M. E. R.het werd automatisering). Dat was bijna avantgardistisch. En is het, na afweging van alle belangen zo rechtmatig en doelmatig mogelijk verdelen van de ruimte (fysisch milieu), iets anders dan het beoefenen van de geodesie, avant la lettre? 5. Bezwaar en beroep in bestemmingsplanprocedure Een project over een ontwerp-bestemmingsplan ligt één maand ter inzage. Eenieder kan in die tijd bij de gemeenteraad zijn bezwaren tegen het ontwerp schriftelijk indienen. De raad stelt vervolgens het plan vast, gelet op het ontwerp, de bezwaren en zijn eigen vi sie op de meest gewenste ruimtelijke ordening van het plangebied. Niet zelden worden daarbij in het ontwerp wijzigingen aangebracht. Ook het vastgestelde plan wordt één maand tervisie gelegd. Wie vindt dat de raad zijn bezwaren onvoldoende heeft gehonoreerd, kan gedurende deze maand zijn bezwaren herhalen bij Gedeputeer de Staten. Maar ook degene die het niet eens is met de door de 182

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1980 | | pagina 183