Is dat eraf, dan dwarrelen apostilles, souches, fiches en andere
archiefpapiertjes, mits je er niets mee doet, ongemerkt uit het
gezichtsveld. Voorts bevat het dossier de volgende stukken:
De beroepen, vergezeld van het couvert waarin ze inkwamen. Dit
laatste om in voorkomende gevallen mede aan de hand van het
poststempel te kunnen nagaan of de beroepen tijdig zijn ingediend.
Het bestreden besluit van Gedeputeerde Staten omtrent goedkeu
ring van het bestemmingsplan, voorafgegaan door het reeds ge
noemde ambtsbericht en gevolgd door de documentatie omtrent
het plan en de totstandkoming daarvan; voorts stukken die van be
lang worden geacht voor de beoordeling van het geschil. Ik noem
het bestemmingsplan (plankaart, voorschriften en toelichting).
Structuurplannen, streekplannen. Richtlijnen van Gedeputeerde
Staten aan gemeentebesturen over de inrichting van bestemmings
plannen. Het nog geldende bestemmingsplan. Voorbereidingsbe-
sluiten, al dan niet met aanlegvoorschriften. NotaTs en beleids
documenten van de Rijksoverheid, bijvoorbeeld de derde Nota
over de ruimtelijke ordening in Nederland, Struktuurschema
burgerluchtvaartterreinen, de Relatienota, Planologische Kern
beslissingen. Literatuur over speciale aspecten, bijvoorbeeld
een boek over archeologische monumenten in de betrokken ge
meente. Notulen van Raadsvergaderingen. Foto!s, copieën van
correspondentie tussen betrokkenen. Ambtsberichten van de ge
meente aan Gedeputeerde Staten. Voorstellen van b. en w. aan de
gemeenteraad. Raadsbesluiten. Bewijsnummers van de media
waarin de verplichte publikaties in de onderscheiden instanties
plaatsvonden, etc. etc.
d. ontvankelijkheid, vormfouten
Het spreekt vanzelf, dat het geschil van bestuur doorgaans de
belangrijkste moot uit het dossier vormt. De behandeling daar
van vergt in het algemeen de meeste tijd aan studie, onderzoek,
belangenafweging en advisering. Om nu te voorkomen dat die
moeite geheel of ten dele voor niets wordt gedaan verdient het
aanbeveling, alvorens de tanden in de twistappel te zetten, na te
gaan of de beroepen voldoen aan de wettelijke eisen omtrent ont
vankelijkheid. Ook is het nuttig te controleren of de bestemmings
planprocedure tot dusver is verlopen in overeenstemming met de
wetgeving terzake daarvan.
Het is jammer dat er na 15 jaar Wet op de Ruimtelijke Ordening,
gelet op de omvangrijke jurisprudentie, nog tamelijk veel tot
niet-ontvankelijkheid moet worden besloten of dat er vormfouten
in de procedure (bijvoorbeeld onjuiste publicatie of tervisieleg-
ging) worden geconstateerd. Daarbij betreur ik het extra, dat
dergelijke fouten vaak pas in laatste instantie worden ontdekt en
niet op heterdaad zijn betrapt. Dit geldt trouwens ook
185