voor de door de Kroon reeds jaren geleden gewraakte bestem mingsregelingen of fouten daarin die nog steeds in de plannen worden gesignaleerd. Soms kan de lange duur voor de procedure als verzachtende omstandigheid worden aangevoerd: de fout zat al in de procedure toen de Kroon haar voor het eerst in een an dere procedure met onthouding van goedkeuring trof. Maar lang niet altijd. Over de ontvankelijkheid wil ik tenminste vermelden, dat een appellant niet in beroep kan worden ontvangen, als hij zich niet of niet tijdig tot de instantie(s) heeft gewend die de Wet op de Ruimtelijke Ordening voor het aantekenen van verzet aanwijst. De spelregels heb ik hiervoor al in het kort geschetst. Je moet alle kansen hebben aangegrepen; dus niet pas bij de Kroon met bezwaren aankomen, die je bij de Raad en bij Gedeputeerde Sta ten ook al had kunnen (en dus ook moeten) maken. De ratio van deze regeling is, dat de primair bij het geschil betrokken be stuurlijke organen al daarover hebben kunnen oordelen voordat de Kroon dat in laatste instantie doet. Bij de beantwoording van de vraag of er sprake is van een tijdige indiening is de Algemene Termijnwet van toepassing: als de termijn om bezwaren of be roep in te dienen zou eindigen op een zaterdag, zondag of alge meen erkende feestdag, wordt de termijn van rechtswege ver lengd tot de eerstvolgende dag, niet zijnde een zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag. Ten aanzien van de tijdigheid hanteert de Kroon de "verzendtheorie": wanneer het aannemelijk is, dat iemand hangende de termijn door ter post bezorging af stand heeft gedaan van zijn bezwaar - c.q. beroep - schrift, wordt hij geacht dat tijdig te hebben ingediend. Hier kan het eer dergenoemde poststempel uitkomst bieden. Maar wie op het tijd stip van aankomst van de hiervoor bedoelde brief bij de griffie van de Raad van State zijn beroepschrift zelf bezorgt kan niet ontvankelijk worden verklaard. Deze doe-het-zelver zou name lijk langer dan de appellant die de P.T.T. inschakelde en na de termijn, kans hebben aan zijn beroep te schaven en dat zou uit een oogpunt van rechtsgelijkheid niet juist zijn. Net in die na dagen immers zou hij nog kunnen profiteren van een belangrijk nieuw feit. Dat kunnen heel wat dagen zijn. Bijvoorbeeld: laatste dag termijn is vrijdag 22 december; een brief, dan gepost komt pas woensdag of donderdag na Kerstmis aan. Te laat beroep instellen is fataal; maar wie onmiddellijk na het Gedeputeerde Staten-besluit beroep instelt daartegen, vóór de terinzagelegging, wordt wèl ontvankelijk verklaard. Voorts is de teneur, dat de Kroon streng de hand houdt aan de regels, maar bij twijfel de appellant bevoordeelt. De Kroon houdt niet van pietluttigheid (een bezwaarschrift gericht aan b. en w. en niet aan de Raad moet tot ontvankelijk worden geoor- 186

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1980 | | pagina 187