te rusten met de (juridische) mankracht die nodig is om te con troleren of de bestemmingsplannen, wanneer die daar worden aangeboden in het kader van vooroverleg of desnoods bij de ter- inzagelegging daarvan, in overeenstemming zijn met de Wet en de jurisprudentie. Kortom er is een op heterdaad corrigerende organisatie noodza kelijk. Zodra die goed werkt hoeft de Kroon nauwelijks meer ambtshalve op te treden. Het zonder zorgvuldig ontworpen alter natief staken van de ambtshalve toetsing door de Kroon zou ik in ons kleine land met veel inwoners, waar de kleinschaligheid de boventoon voert een stap terug vinden. Onzorgvuldige voor schriften kunnen leiden tot interpretaties en toepassingen die nooit als doelstelling voor het bestemmingsplan model hebben gestaan. Tal van casusposities in de sfeer van de spontane ver nietiging tonen dit aan. Ik acht ambtshalve correcties in deze zin ook niet in strijd met de autonomie van de gemeenten. De gemeente wordt ermee ge holpen, binnen het kader van de wettelijke mogelijkheden te ko men tot een optimale eenduidige regeling van de met het bestem mingsplan blijkens de toelichting beoogde doelstellingen. Slechts zaken die in strijd zijn met de wet of die de doelstelling van het plan zouden kunnen frustreren worden gecorrigeerd. Wat is daar eigenlijk tegen? 8. Analyse van plan en beroepen Een appellant kan in beroep zuiver formele zaken aan de orde stellen. Bijvoorbeeld: strijd van de procedure met de Wet omdat een publicatie m.b.t. het plan onjuist was. Ook beroepen met een meer algemene strekking komen voor. Bijvoorbeeld een beroep tegen het opnemen in het bestemmingsplan van de Standaard Be drijfseenheid (S.B.E.): een statistische, landbouw-economische rekeneenheid, die jaarlijks van waarde kan veranderen, als (enige) norm voor het toekennen van een agrarisch bouwperceel aan bestaande, te handhaven of te stichten agrarische bedrijven. (Dit beroep is door de Kroon gehonoreerd). In dit verband noem ik ook beroepen tegen bestemmingsregelen, die niet noodzakelijk zouden zijn omdat ze een onderwerp betreffen dat met toepassing van een lex specialist genoegzaam kan worden beheerst. Bijvoor beeld: beroep tegen milieunormen. De meeste beroepen betref fen echter een verschil van inzicht tussen de appellant en één of meer overheidsinstanties (gemeente, provincie) over de recht matigheid en/of de doelmatigheid van het bestemmingsplan. De appellant meent dan dat het plan onvoldoende rekening houdt met zijn belangen. Hij brengt de redelijkheid, de billijkheid en de zorgvuldigheid van de overheid jegens hem in het geding. 189

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1980 | | pagina 190