Ook de balans met twee schalen is nog te simplistisch. Het gaat
veeleer om het instellen van een evenwichtssituatie tussen dat
stukje ruimte waarover het beroep en de wensen uit de samenle
ving gaan. Het zodanig gaan transformeren dat een optimale we
derzijdse aanpassing wordt verkregen binnen de normen gesteld
door welzijn, continuïteit en instandhouding van de wensen van de
betrokkenen als van het fysisch milieu. In dit beeld passen zeer
goed compromissen. Het inschikken van het ene belang voor het
andere zal menigmaal voorkomen. Maar het zonder meer wegbe-
stemmen van bestaande gevestigde belangen uit een plangebied of
uit een gemeente kam veelal worden voorkomen door een compro
mis ter plaatse of een alternatief elders in het vooruitzicht te
stellen. Moet iemand werkelijk het veld ruimen voor een groter
belang - bijvoorbeeld dat een boer een stuk grond moet afstaan
voor urgente woningbouw - en is er geen compromis of alterna
tief voorhanden voor de continuïteit van zijn bedrijf ter plaatse,
dan zal hij bij de realisering van het plan door aankoop of ontei
gening schadeloos gesteld worden voor het offer dat de optimale
wederzijdse aanpassing van hem vergt. Met dat geld kan hij
trachten zich elders een belang van gelijk gewicht te verwerven.
Overigens geloof ik, dat er in ons land eerder belangen bijkomen
in de bestemmingsplanprocedures, dan dat er belangen door
maatschappelijke ontwikkelingen verdwijnen. Tegen het verdwij
nen van sommige belangen kan sterk geageerd worden. Ook bij
de belangenafweging wordt daaraan veelal zwaar getild. Wordt
eikeschors bij Tt pond gewogen, men weegt kaneel bij Tt lood. Zo
kan de laatste vlinder een zo grote waardering worden toegekend,
dat vrijwel elk andere belang daarvoor moet wijken. Het hele
maal elimineren van ruimtelijke opties wordt soms ook wel ge
probeerd, maar deze stuiten veelal op de brede maatschappelij
ke discussies daarover (proefboringen, woonschepen en woon
wagens, militaire oefenterreinen). De doelmatigheid van abso
lute verboden en de rechtmatigheid van het ingrijpen in reeds
lang in de samenleving gewortelde gebruiken zijn moeilijk hard
te maken.
Bij het afweegproces spelen naar mijn overtuiging toch nog sub
jectieve waardeoordelen een rol, maar ik geloof dat dit element
door een zo breed mogelijke ontplooiing van de medewerkers kan
worden genivelleerd. Trouwens, het concept van de medewerker
van de Adviseur gaat nog over diverse schijven, zodat al te sub
jectieve kantjes er wel afgeslepen worden.
Wat wel onder ogen gezien moet worden is, dat het advies opeen
bepaald moment wordt gegeven. Niet lang daarna kan over een
vergelijkbare of zelfs over dezelfde zaak onder invloed van
maatschappelijke ontwikkelingen geheel anders geoordeeld wor
den. Men accepteert bijvoorbeeld de vestigingsplaats van een
193