De volgende punten verdienen de aandacht: - De beschikbare informatie over de beroepspraktijk omvat niet alle afgestudeerden van de afdeling en er is geen reden om aan te nemen dat het een aselecte steekproef is. Ondanks de groot te van de steekproef (+60$ van de populatie) is er een kans op systematische fouten. Met name zouden de afgestudeerden die buiten de klassieke geodesie terechtgekomen zijn wel eens on dervertegenwoordigd kunnen zijn. - Alleen de huidige bezigheden van de betrokken individuen zijn bekend en niet hun levensloop, noch de tijd dat de huidige be zigheden worden verricht. Het is niet altijd vast te stellen langs welke weg iemand in zijn huidige funktie beland is. Dit kan van belang zijn voor eventuele konklusies t.a.v. de oplei ding. Bij de analyse zijn de civiel-landmeters, die naderhand aan de afdeling zijn afgestudeerd, weggelaten. De totale steek proef werd daardoor teruggebracht tot 212 individuen, welke sinds 1949 afgestudeerd zijn. - Bij volledige inductieve analyse wordt niets a priori aangeno men. Ik heb hiervan op een aantal punten moeten afwijken met alle gevolgen hiervan voor de inductie. Op het punt van de op leiding is alleen gekeken naar de afdeling der geodesie. Mis schien blijkt straks dat de TTgeklusterde geodeet" nog op 20 an dere plaatsen opgeleid wordt. Op het punt van de funkties c.q. maatschappelijke posities is alleen gekeken naar provincie en gemeente, inclusief de IJsselmeerpolders, dit conform het verzoek van de Lustrumboekcommissie. Het kiezen en toeken nen van de "bezigheids" kenmerken van elk individu is ook niet onbevooroordeeld gebeurd. De opvattingen welke dienaangaan de bij de afdeling der geodesie leven hebben een duidelijke rol gespeeld, mede omdat het beschikbare waarnemingsmateriaal op dit punt vrij summier is. 3. Klassifikatiekenmerken Aansluitend aan het laatste punt is dit wellicht de goede plaats om iets dieper in te gaan op de kenmerken die gebruikt zijn om- de populatie te klassificeren. Al bladerend door de enquêteformulieren valt het op dat bij alle verscheidenheid van de opgesomde banen, een groot aantal afge studeerden op een of andere manier "klassiek" bezig is. Onder "klassiek" versta ik dat de bezigheden geassocieerd kunnen wor den met de landmeetkunde, kartografie, fotogrammetrie of met de verschillende onderwerpen van de hogere geodesie. Eén van de klassen waarover ik de steekproef verdeeld heb heeft dan ook de identificatie "K" (klassiek) meegekregen. Omdat de klassifi- katie in wezen slechts ééndimensionaal is, is bovengenoemde 208

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1980 | | pagina 209