klasse met betrekking tot andere kenmerken zeer inhomogeen:
de leraar zit er in en de manager en ieder die niet nadrukkelijk
tot een andere klasse behoort.
Een tweede groep individuen die opvalt in de steekproef zijn de
personen die op een of andere wijze iets met automatisering te
maken hebben. Om die reden heb ik gemeend een klasse "A"
(automatisering) in te moeten voeren. Op dit punt diende de
vraag zich aan of er een één- of meerdimensionale klassifikatie
gehanteerd moet worden. De onderwerpen van de klassieke geo
desie lenen zich ook voor automatisering, wat tot uiting komt in
die individuen in de steekproef wier bezigheden het beste door
de kombinatie TTKATT aangeduid kunnen worden. Hierbij komt ook
nog dat een aantal afgestudeerden van de afdeling via de automa
tisering hun interesseveld verbreed hebben en via dit raakpunt
funkties bekleden die ik alleen nog in een klasse "D" (diversen)
onder kan brengen. Om deze individuen te kunnen onderscheiden
van de overige "diversen" zijn ze gekenmerkt door "DA".
Een volgende klasse is gekozen op basis van de discussies over
de geodeet nieuwe stijl, zoals deze binnen de afdeling gevoerd
worden. Het betreft hier de meer planologisch gerichte geodeet
in al zijn schakeringen. Deze klasse is in zijn ruimste vorm
aangeduid door de "G" van "grond", de associatie tot welk ob
ject ik gebruikt heb om deze personen in vakjes te stoppen. In
spectie van de steekproef leverde een aantal individuen op die in
deze klasse thuisgebracht konden worden benevens een aantal
personen die ondergebracht werden in de kombinaties "KG" en
"GA". Tot slot bleven er nog een aantal individuen over die op
het eerste gezicht onder diversen gerangschikt moeten worden,
maar waarvan het niet duidelijk was of de klassieke geodesie
hier een rol bij gespeeld had, of dat het een aanzet was tot de
geodeet nieuwe stijl. Om deze reden is de klassifikatie dan in
feite tweedimensionaal gemaakt door de klassen "DK" en "GD"
in te voeren.
Het resultaat van deze exercities is dat de steekproefpopulatie
is teruggebracht tot een verzameling letterkombinaties. Het zij
nogmaals herhaald: de klassifikatie is niet onbevooroordeeld en
bovendien primitief. Voorbeeld: een persoon in de steekproef die
een bepaalde funktie vervult bij een organisatie die met "grond"
geassocieerd kan worden heeft het kenmerk "G" gekregen, ter
wijl andere personen die een identieke funktie vervullen bij or
ganisaties die niet met "grond" geassocieerd kunnen worden bij
"D" ondergebracht zijn. Een klassifikatie op basis van andere
kenmerken had al deze individuen in dezelfde klasse gerang
schikt, terwijl de meeste "G"tjes dan in "diversen" terecht wa
ren gekomen.
209