dit laatste ook de Lustrumboekbijdrage van prof. mr. P. de Haan).
De nieuwe technologie waar het om gaat, de automatisering of
liever nog de cybernetisering, is zo universeel van aard dat het
bij de huidige ontwikkelingen zeer verontrustend zou zijn als de
cel MKATT in figuur 6 leeg zou zijn. Met de kombinatie TrKATr kan
men twee kanten op: Voor zover de individuen in deze cel zich
bezighouden met het automatiseren van de klassieke geodesie
sec, geldt voor hen wat reeds eerder naar aanleiding van cel
TTKTT is opgemerkt. Door automatisering kunnen er echter ook
nieuwe mogelijkheden aan het produkt van de klassieke geodeet
toegevoegd worden, die zijn potentiële taakveld op een natuurlij
ke wijze vergroten. Dit leidt tot meer startpunten voor een ge
meentelijke carrière en tot een verdere uitloop hiervan, voor
opgezet natuurlijk dat de geodesie er in slaagt met betrekking tot
deze taakvelden associaties te vestigen c.q. te handhaven.
Dit laatste brengt ons bij kenmerk TtGTT, de opvattingen binnen de
afdeling over de geodeet nieuwe stijl, vastgoedgeodeet of hoe hij
ook mag gaan heten. Deze opvattingen vinden hun oorsprong in
de ruimtelijke ontwikkelingen. Deze ontwikkelingen hebben niet
alleen invloed gehad op de hoeveelheid werk voor de klassieke
geodeet bij de gemeente, zoals hierboven reeds aangestipt, maar
hebben nieuwe probleem- c.q. taakvelden blootgelegd, welke zich
ten aanzien van bestaande beroepsstructuren in een vacuüm be
vinden.
Aangezien de nieuwe probleemvelden zich aan de rand van het
klassieke taakveld van de geodeet binnen de lagere overheden
bevinden, mag het geen verbazing wekken als we ons afvragen
of en in hoeverre de geodesie vanuit haar kennispakket, vaar
digheden en traditie dit vacuüm kan helpen opvullen en welke bij
sturing in opleiding en imagovorming noodzakelijk is om de af
gestudeerden bij dit vacuümvullen maatschappelijk gezien in een
betere konkurrentiepositie te brengen.
Ter ondersteuning van de opvatting dat de groei van het aantal
geodeten bij de lagere overheden in deze nieuwe gebieden kan
plaatsvinden, volgt hier een analyse van de potentiële raakvlak
ken die de geodesie de laatste tien jaar heeft gekregen met het
taakveld van de lagere overheden op het gebied van de ruimtelij
ke ordening.
De raakpunten, die er vanouds waren in het civiel-technische
vlak, werden uitgebreid en geïntensiveerd op het moment dat
onze samenleving gekonfronteerd werd met het feit dat ruimte
lijk ordenen niet langer een inrichtingsprobleem was, alswel
een bestemmingsprobleem. De technische vraag hoe iets inge
richt of aangelegd moet worden is vervangen door de meer ab
stracte vraag wie wat waar mag inrichten of aanleggen.
218