staan, en de bovengenoemde organisatie van het Kadaster of
gemeentelijke en provinciale diensten maken het mogelijk het
taakveld van de geodesie uit te breiden met het verzamelen en
beheren van additionele informatie, welke voor de ruimtelijke
ordening van belang is. Hierbij denk ik aan de opname- en bij -
houdingsdiensten, de fotogrammetrie en niet te vergeten de
kartografie. Gezien het toenemend aantal participanten bij de
besluitvorming en de complexere problematiek heeft vooral op
gemeentelijk niveau de kartografie er ten aanzien van de infor
matiepresentatie een dimensie bij gekregen.
- De laatste vijftien jaar is de ruimtelijke problematiek van stad
en land door allerlei oorzaken steeds meer met elkaar verwe
ven geraakt. Door het grotere aantal belangen dat op het land
is gaan spelen en de toenemende belanghebbenden-participatie
in de stad groeien beide problemen ook qua structuur naar el
kaar toe. In dit verband ligt er voor de geodeet, die zich via
ruilverkaveling reeds lang heeft beziggehouden met de landin
richting, in de stad een mogelijke uitbreiding van zrn taakveld
(te beginnen met de bestemmingsplannen buitengebied).
- Omdat de geodeet zich traditioneel bezighield met informatie,
is hij in zTn opleiding gekonfronteerd met alle mogelijke tech
nieken van informatieverwerking. Informatieverwerking in
konkrete zin, zoals dataverwerkende apparatuur, maar vooral
dataverwerking in abstracte zin, zoals statistiek, datareductie-
technieken, modelbouw, in- en uitschakelingsproblematiek etc.
Naarmate de groeiende complexiteit van de ruimtelijke orde
ning informatie belangrijker maakt, neemt het belang van deze
kennis en ervaring toe.
- Ruimtelijke ordening speelt zich niet in een laboratorium af,
maar in de samenleving binnen bestaande spelregels. Een deel
van deze spelregels is juridisch van aard en het belang van de
geodeet als iemand die technische en juridische randvoorwaar
den kan beoordelen, met elkaar in verband brengen en tegen
elkaar afwegen, wordt met de dag groter.
In bovenstaande opsomming zijn de meest voor de hand liggende
raakpunten wel genoemd. Het zijn er genoeg om de konklusie te
mogen trekken dat er een maatschappelijk taakveld ligt dat een
onderdeel kan vormen van een geodetische beroepsstructuur,
zeker voor zover het de lagere overheden betreft. Deze konklu
sie is niet gebaseerd op het feit dat de raakpunten als zodanig
bestaan, maar dat ze er zijn in onderlinge kombinatie en wel Tn
kombinatie die qua kenmerken door de bestemmings- en be-
heersproblematiek vereist wordt. Voor zover deze konklusie op
deduktie gebaseerd is wordt hij niet tegengesproken door de cij
fers van figuur 6, waar het totaal aantal individuen in de diago
naal-cellen van de zelfde orde van grootte is als het totaal van de
overige cellen.
220