c. De opleiding
Hierbij zijn we aangeland bij de laatste komponent die ik aan het
beroepsbeeld heb onderscheiden. Een aantal aspecten van de
geodetische opleiding is reeds in andere bijdragen in dit Lus-
trumboek aan de orde gesteld. Wanneer ik dan ook de beschou
wingen over de geodeet bij de lagere overheid doortrek naar zijn
opleiding, doe ik dit met enige schroom in het besef met mijn
hand dicht in de buurt van eigen boezem te komen. In feite heeft
de opleiding bij deze beschouwingen al een belangrijke rol ge
speeld, omdat zowel bij het kiezen van de steekproef als bij het
klassificeren uitgegaan is van de bestaande opleiding aan de
Technische Hogeschool te Delft. Door de afhankelijkheid, die er
op deze wijze tussen de drie kenmerken van het beroepsbeeld ge
ïntroduceerd is, mag het geen verbazing wekken als gekonsta-
teerd wordt dat de inhoud van de huidige opleiding in grote trek
ken overeenkomt met de eisen die uit de kombinatie van gekon-
stateerde funkties en voorgesteld taakveld volgen.
Maar behalve zijn inhoud heeft een opleiding nog andere kenmer
ken, welke met betrekking tot een beroepsbeeld van belang zijn.
In het kader van beroepsstructuren spelen vragen hoe een oplei
dingsinstituut zich zelf naar buiten projecteert en hoe de buiten
wereld zoTn instituut ervaart, een grote rol. Wat deze vragen
betreft maakt de afdeling het de buitenwereld niet erg makkelijk
een consistent beeld te verwerven van het taakveld dat we binnen
de lagere overheden voor geodeten zien liggen. Wat voor de af
deling vanzelfsprekend is, hoeft dat voor de buitenwereld nog
niet te zijn. In dit verband zal een gesprek, waarbij ik een di
recteur van een gemeentelijke dienst probeerde over te halen
geodeten in aanmerking te laten komen voor een bepaalde vaca
ture, lang in mijn herinnering blijven.
Het was een pijnlijke aangelegenheid totdat duidelijk werd dat
mijn gesprekspartner geodesie alleen maar associeerde met
zwaartekracht en satellieten. Zelfs daarna bleef het moeilijk.
Probeer maar eens een willekeurige leek ervan te overtuigen
dat hij de zelfde opleiding moet associëren met bovengenoemde
begrippen èn een juridisch specialisme. Je geloofwaardigheid
staat op het spel.
Eén van de oorzaken van de maatschappelijke schimmigheid van
de geodeet is hiermee gesignaleerd: de breedte van het spectrum
van onderwerpen waarmee hij zich tijdens zijn opleiding bezig
houdt. Dat dit juist één van de pluspunten is, beschouwd vanuit
het taakveld dat we binnen de lagere overheden zien, is een kon-
klusie op een hoger abstractieniveau dan dat waarop de inhoud
van de opleiding zich aan de leek manifesteert: een verzameling
technieken, wetenswaardigheden en procedures, die pas op het
221