t 1 invloed mogelijk in omgekeerde richting. De praktijk is, dat er vaak veel meer dan het minimaal vereiste overleg plaatsvindt. Daarin wordt, hoewel nog aarzelend, ook geprobeerd onderling tot afspraken te komen over de uitvoering van het beleid. Het is de bedoeling dat een dergelijke werkwijze verder wordt ontwik keld en vastgelegd (zie Werkcommissie verticale coördinatie ruimtelijk beleid, 1977). Een tweetal voorbeelden van deze samenhang van het provinciale ruimtelijke beleid: a. Het rijksbeleid komt sectoraal (bijvoorbeeld in het economisch beleid, het landbouwbeleid) en via ruimtelijke structuurschet sen en -schema's bij de provincie, de laatste na het voorge schreven overleg. Pas op provinciaal niveau vindt in het streekplan ruimtelijke integratie plaats van het sectorale rij ks beleid. b. Wat de gemeenten betreft: het zwaartepunt ligt hier bij de ge meentelijke bestemmingsplannen. Deze zijn bindend voor de burger. De provincie moet, zoals gezegd, deze plannen goedkeuren, en baseert zich hierbij met name op haar eigen beleid zoals dat is neergelegd in het streekplan. Jl jéi. Afbeelding 1: Verticale en horizontale integratie van het provin ciaal ruimtelijke beleid 229 SECTORAAL BELEID RUIMTELIJK BELEID sectoraal beleid rijk sectoraal beleid gemeenten C-R sectoraal beleid provincie LI ruimtelijk beleid rijk ruimtelijk beleid provincie ruimtelijk beleid gemeenten R ruimtelijk beleid aangrenzend gebied R R activiteiten van particuliere organisaties R ruimtelijke aspecten van sectoraal beleid c.q. activiteit

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1980 | | pagina 230