geheimhouding van vroeger.
Ja, de geheimhouding was een serieuze zaak waarmee niet ge
spot kon worden. Dat ervoer ik zelf een keer kort nadat ik in
1952 in dienst getreden was.
De matrixrekening was in die tijd nog lang geen gemeengoed.
Maar ik had mij er min of meer toevallig uitgebreid in verdiept
'en het was dus niet zo bijzonder dat iemand mij opbelde en vroeg
TThoe de matrixvermenigvuldiging ook al weer in zijn werk ging".
Ik vertelde de nu zo overbekende regel van de rijen maal de ko
lommen en voegde er bij wijze van grapje aan toe "maar vertelt
U het alstublieft nog niet verder, want het is nog geheimDe
toevoeging werd niet als grapje herkend.
Overigens later, na 1970, toen een stortvloed van informatie op
het personeel en de studenten neerdaalde, deden zich weer ande
re problemen voor. Waarschijnlijk ligt ook hier de waarheid in
het midden.
4. Hoogtepunten
Het is niet gemakkelijk om aan te geven wat in de afgelopen der
tig jaren bij de afdeling geodesie hoogtepunten waren in het on
derwijs en onderzoek. Zelfs in zoTn klein bont gezelschap is het
immers niet ondenkbaar dat hetgeen door de een als een hoogte
punt wordt gekenmerkt door de ander juist helemaal niet als zo
danig wordt ervaren. Dat is een verschijnsel dat zich altijd
voordoet wanneer binnen een groep mensen ieder voor zich aan
iets werkt. Om mijn verhaal niet te lang te maken heb ik slechts
drie belangrijke gebeurtenissen gekozen waarbij ik mij heb laten
leiden door de interesse of de betrokkenheid die ik zelf bij de
gebeurtenissen had. Ik zei U al dat mijn verhaal een subjectief
karakter heeft.
Een hoogtepunt was in 1955 het gereedkomen van de Handleiding
voor de Technische Werkzaamheden van het Kadaster. De afde
ling, met name professor Baarda, leverde het leeuwenaandeel
aan de totstandkoming van dit lijvige boekwerk. Niet alleen ston
den nu alle zaken betreffende de toenmalige kennis van de punts-
bepaling op een rijtje, maar bovendien werd een nieuwe basis
gelegd voor een verdere, diepgaande ontwikkeling van dat vak.
Een andere belangrijke gebeurtenis waarbij de afdeling nauw be
trokken was, was het negende congres van de TFédération Inter
nationale des Géomètres1, dat in 1958 in Delft en Scheveningen
gehouden werd. Het gebouw aan de Kanaalweg was uiteraard niet
geschikt voor het houden van een congres, maar er was gast
vrijheid gevonden in het toen nog spiksplinternieuwe gebouw voor
Werktuigbouwkunde aan de Mekelweg. De gehele geodesiege-
meenschap was bij het gebeuren betrokken en er was een onge
kende aktiviteit en levendigheid binnen de afdeling. Er was een
22