Wanneer eenmaal voor een bepaald systeem is gekozen, moeten
de coördinaten van de zendstations bepaald worden, verder moet
het systeem gecalibreerd worden voor de effecten van interne
vertraging en de voortplantingssnelheid van de signalen. Het be
palen van coördinaten wordt een interessant vraagstuk wanneer de
stations in verschillende landen liggen, met andere coördinaat
systemen. Wanneer geen transformatie constanten bekend zijn,
kan de onderlinge ligging met behulp van satelliet plaatsbepaling
gevonden worden. Voor het calibreren van systemen is een goed
inzicht in de electronische werking van die systemen vereist.
Wanneer geen geschikte walstations kunnen worden gevonden, of
wanneer onder water gemeten moet worden (bijvoorbeeld bij het
gebruik van een onderzeebootje) kunnen acoustische systemen,
met bakens op de zeebodem, of doppler-sonar een uitkomst bie
den.
Een onontbeerlijk verlengstuk van het plaatsbepalingssysteem is
de verwerkings apparatuur. Als kern van het verwerkingssys
teem wordt doorgaans een tafelcomputer gebruikt, met daaraan
gekoppeld:
- een plotter
- beeldscherm
- printer
- verbinding met de diverse plaatsbepalingssystemen (het "inter
face")
- cassette tape, voor het opslaan van de gegevens
Het verwerkingssysteem heeft drie hoofdtaken:
- een kwaliteitscontrole van de metingen (over bepaalde meting,
vergelijking van twee of meerdere plaatsbepalingssystemen of
vergelijking met voorgaande metingen)
- het verschaffen van koersinformatie aan de roerganger, direct
nadat een meting is gedaan
- het opslaan op tape van de meetgegevens voor verdere verwer
king.
Bij het samenstellen van een systeem stelt de geodeet de speci
ficaties op. De "interfaces" (verbindingen) tussen de apparatuur
worden door de electronicus verzorgd, terwijl computer pro
grammatuur door een programmeur of de geodeet zelf wordt ge
daan.
Een aantal fabrikanten brengt plaatsbepalings apparatuur op de
markt met een ingebouwd verwerkingssysteem. Op het eerste
gezicht hebben deze de vorm van een "black box" omdat men
geen toegang heeft tot de programmatuur. In dergelijke gevallen
moet worden nagegaan of, en zo ja, in hoeverre men van het
systeem gebruik wil maken.
Verdere verwerking van de meetgegevens tot eindresultaat vindt
278