zich in die jaren in gang had gezet.
Het programma is in de vorm waarin het gepresenteerd werd
nooit verwezenlijkt. Daarvoor was de tijd nog net niet rijp. Maar
wie het stafrapport nu doorleest komt tot de ontdekking dat toch
een vrij groot aantal ideeën in het studieprogramma van 1974
verwezenlijkt werden, bijvoorbeeld het panoramisch college In
leiding Geodesie en de driejarige basisstudie.
6. Geodeet en maatschappij
Kritiek op de opleiding is er gebleven tot op de dag van vandaag
en zal ongetwijfeld blijven bestaan. In 1970 wijdde de N. L. F.
weer een studiedag aan de opleiding van de geodeten. Deze stu
diedag had als onderwerp fDe Geodeet in perspectief1. De dis
cussie ging vooral over de vraag, of de toekomstige geodeet
reeds tijdens zijn opleiding zoveel aan maatschappelijke bagage
moest worden meegegeven dat hij van begin af aan beter was in
gespeeld op de verantwoordelijkheden die hij later moest dragen.
De Technische Hogeschool was met deze zaken overigens al eni
ge tijd bezig. In verschillende commissies was reeds gesproken
over de wijze waarop men de toekomstige ingenieur maatschap
pelijk verantwoordelijkheidsbesef zou kunnen bijbrengen, een
taak die de universiteiten en hogescholen opgedragen is door de
Wet op het Hoger Onderwijs.
In dit verband mag zeker niet onvermeld blijven het experiment
dat de afdeling ondernam met het college Geodeet en Maatschap
pij. Op initiatief van professor Baarda werd in 1970 dit college
ingevoerd. Het discussiecollege werd geleid door drs. R. van der
Mast, die naast de functie van studentendecaan ook nog een aan
tal andere werkzaamheden voor de T.H. verrichtte.
Het college startte eenvoudig; het werd het eerste jaar gegeven
in de vorm van een gesprek tussen docent en eerstejaars studen
ten op de kamer van de heer Van der Mast. Een jaar later kreeg
het college een meer officiële entourage in de collegezaal met
tafeltjes en stoelen in carrévorm opgesteld. De inhoud was ta
melijk vrijblijvend en werd in feite bepaald door wat er op dat
ogenblik aan politieke of sociale interesse bij de studenten leefde.
Ondanks het feit dat er geen tentamen aan het vak verbonden was,
woonde gewoonlijk minstens 70$ van de eerstejaars studenten
het college bij, benevens een paar stafleden. Ook waren er zo
nu en dan belangstellenden van andere afdelingen van de T.H.
Het college bood naast het vergaren van kennis en inzicht op
maatschappelijk gebied enige 'bijprodukten1 zoals methodische
oefening in gesprekstechniek en verslaggeving. Helaas is het
college geen lang leven beschoren geweest. Het idee werd
slechts door een zeer klein groepje docenten en stafleden ge-
27