Maar het onderwijs aan een kleine afdeling wordt ook beheerst door een spel van krachten. Ieder wil het zijne bijdragen tot de vorming van de academicus, hetgeen het studieprogramma ge vaarlijk doet opbollen. Ook wil ieder dat op zijn eigen wijze doen. De één voelt zich aangetrokken tot het puur wetenschap pelijke en hecht daaraan de meeste waarde bij de opleiding. De ander is desnoods bereid wat water in de wetenschappelijke wijn te doen en hecht meer waarde aan praktisch onderwijs dat be klijft, aan handvaardigheid of aan praktijkervaring. Waartoe die intensieve begeleiding en dat krachtenspel leiden? Wel, de volgende artikelen in dit lustrumboek geven een volle dig beeld van het arbeidsterrein en van het werk van de geode tische ingenieurs aan het begin van de jaren tachtig. Vergelijkt U het eens met de mogelijkheden van 1948, dan zult U het onge twijfeld met me eens zijn, dat we best tevreden mogen zijn! 29 Geraadpleegde bronnen 1. Alle lustrumboeken die tot op heden zijn verschenen; daarvan in het bijzon der de artikelen G. Homan, In Memoriam prof. J. M. Tienstra, Lustrumboek 1950-1955, pag. '11. N. D. Haasbroek, De opleiding tot geodetisch ingenieur, Lustrumboek 1950- 1955, pag. 65. Prof. dr. ir. W. Schermerhorn, De middelbare landmeetkundige als voor waarde voor het bestaan van de geodetisch ingenieur, Lustrumboek 1950- 1955, pag. 84. Mijnheer Haasbroek, Lustrumboek 1960-1965, pag. 190. 2. H. C. van der Hoek, Honderd jaar geodetisch onderwijs, Nederlands Geode tisch Tijdschrift, 9e jaargang, no. 8, oktober 1979, pag. 129. 3. H. C. van der Hoek, Het gebouw Kanaalweg 4, Lustrumboek Snellius 1970- 1975, pag. 237. 4. R. Roelofs, De studie voor geodetisch-ingenieur aan de Technische Hoge school te Delft. Lezing gehouden op het twaalfde congres der Nederlandse Landmeetkundige Federatie te Amsterdam op 7 juni 1952. Tijdschrift voor K. en L. 68e jaargang, nr. 5, 1 oktober 1952, pag. 251. 5. Verslag van het twaalfde congres der N.L.F. Tijdschrift voor K. en L., 68e jaargang, nr. 5, pag. 263. 6. De geodeet in perspectief. Verslag van de studiedag der N.L.F. op 26 janua ri 1970, Tijdschrift voor K. en L., 86e jaargang, nr. 2, pag. 263. 7. De studie voor geodetisch ingenieur. Rapport van de stafcommissie van de onderafdeling geodesie. Delft, 20 november 1968.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1980 | | pagina 30