aandacht te besteden aan de vervaardiging van doelmatige appa ratuur. Dit was voor het Nederlandse en, ook voor het buitenlandse kaar - teringswerk een belangrijke gebeurtenis. De werkzaamheden verlegden zich meer van het stereokaarteren (naast de nog altijd veel toegepaste ontschrankingsmethode) naar het produceren van orthofotoTs van de niet te zwaar bebouwde gebieden. Dit kwam de doelmatigheid van de kaar ter ingen zeer ten goede en opende te vens de mogelijkheid om fotokaarten te gaan vervaardigen van gebieden waarvoor dit daarvoor niet mogelijk was. Dit laatste had vooral voor grote gebieden in het buitenland foto- kaartprodukties tot gevolg, waarop later zal worden teruggeko men. Voor de geodetisch ingenieur, betrokken bij dit werk, is het van groot belang voortdurend op de hoogte te blijven van de ontwikke lingen op theoretisch gebied en op het terrein van de instrumen- tenbouw. Afgewogen moet steeds worden of de nieuwere werkwij zen en apparatuur mogelij kheden bieden tot verbetering en/of versnelling van de produktie. 3. Ontwikkelingen op karto gr af is ch gebied Kleinschalige topografische kaarten werden lange tijd geleden gegraveerd in steen of in koper. Deze werkwijze heeft zich nog tot ongeveer 1930 gehandhaafd. Op enkele plaatsen wordt zelfs nog wel in kopergravure gewerkt. Toen kort voor de tweede wereldoorlog de plasticachtige teken- foliën (cellon, kodatrace e.d.) zich presenteerden, ging men over op het tekenen met inkt op deze materialen. De maatvastheid liet echter veel te wensen over en men kon dan ook een grote stap vooruit maken toen de polyvinyl materialen zoals astralon en astrafoil op de markt kwamen. De bestendig heid van dit materiaal tegen temperatuurs- en vooral tegen vochtverschillen was al veel beter dan bij de hiervoor genoemde tekeningdragers. De invoering van de polyesters was echter een nog veel grotere verbetering in de maatvastheid en dus in de nauwkeurigheid van het eindresultaat: de kaart. De moeilijkheden met de betekenbaarheid van deze materialen werden overwonnen door het weer invoeren van het graveren. Fabrieksmatig aangebrachte graveerlagen maakten dat goede kartografische lijntekeningen op een snellere wijze konden wor den vervaardigd dan door middel van het tekenen met inkt. Ook de vervaardiging van maskers voor de kleurvlakken kreeg een duidelijke verbetering door de toepassing van de Ttpeel coatsM. Was de geodetisch ingenieur bij de invoering van deze nieuwe 328

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1980 | | pagina 329