Het kan een frustrerende zaak zijn, dagenlang te zoeken naar een bepaalde oplossing in een niet al te vriendelijk terrein met weinig zicht. Maar dan wordt er uiteindelijk toch een oplossing gevonden, wat de dagen van lelijke woorden, zweet en blaren weer goedmaakt. De gebruikte 1200.000 kaarten dateren van ongeveer 1956 en zijn ontzettend verouderd. Daarbij komt nog dat het hoogtelijnen-interval 40 m bedraagt en zodoende diverse, toch wel bruikbare, heuvels op deze kaart niet voorkomen. Verder zij nog vermeld dat deze kaarten gebaseerd zijn op as tronomische punten en veel fantasie. Bij deze verkenning kwam op een gegeven moment de wens naar meer onafhankelijk geme ten vaste punten naar voren. In het kader van het IGHV project is toen besloten de afdeling Geodesie assistentie te vragen voor deze metingen. Gedacht werd aan Doppler-satelliet plaatsbepa ling vanwege de lage kosten en de hoge snelheid van deze metin gen. De nauwkeurigheid van Dopplerpunten ligt bovendien in de zelfde orde van grootte als die van punten volgens conventionele methoden, namelijk één meter. 5. Voorbereiding Naast de Doppler satellietontvanger van de afdeling geodesie kon ook gebruik gemaakt worden van de ontvangers van Rijkswater staat, de Landbouwhogeschool in Wageningen en de Technische Universiteit van Hannover. Uit een simultane proefmeting tussen Delft en Hannover bleek dat er 20 tot 30 passages gemeten moesten worden om een nauw keurigheid van 1 m te halen. Omdat in Boven-Volta op dezelfde manier gemeten zou worden, namelijk met één basis-station en twee onafhankelijk opererende mobiele stations, werd besloten daar 30 satellietpassages per punt te meten. Dit aantal gaf vol doende ruimte om slechte passages te verwerpen en toch de ver eiste nauwkeurigheid te halen. In Boven-Volta werd in de periode september-december 1979 de verkenning en markering van de te meten punten uitgevoerd. De verkenning leverde, vooral wat betreft de punten in het Z-W van het land, nogal wat moeilijkheden op door de toestand van de we gen, net na het regen-seizoen. Van alle punten werden benaderde coördinaten bepaald (geprikt op de 1200.000 kaarten), die naar Delft gestuurd werden om daar de "alert-lists" voor de satellie ten te kunnen berekenen. Figuur 2 geeft een voorbeeld van zoTn "alert-list". Aangezien het onmogelijk bleek om van te voren een gedetail leerd meetprogramma op te stellen, werden deze lijsten voor alle punten voor de gehele meetperiode berekend. 344

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1980 | | pagina 345