beslissing vaak negatief moeten uitvallen. Salarissen, vergoedingen, verlof, huisvesting enz. zijn van te voren te regelen. Wanneer men echter ter plaatse komt, blijkt dikwijls dat men volledig andere werkomstandigheden aantreft dan men zich had voorgesteld en in een geheel andere denkwereld terecht komt. Men moet een bepaalde persoonlijke instelling hebben om aan deze moeilijkheden het hoofd te bieden. Men kan er snel op af knappen, wat ook wel gebeurt. Tot nu toe heb ik nimmer een overeenkomst aangegaan, welke de omstandigheden ter plaatse duidelijk dekte. Zat het niet in de huisvestingsproblemen, water- en lichtreke- ningen of transport- en ziekteregelingen, dan kwam het wel voor dat men in twee maanden geen salaris ontving, omdat de schat kist leeg was. Dan komt natuurlijk meteen de vraag naar voren hoe men zo iets opvangt. In alle landen waar ik mocht en kon werken bleek de particuliere landmeter een belangrijke figuur te zijn, vooral in de gebieden die een "boom" periode doormaakten. Daar kon men na de offi ciële werktijd wel een graantje - lees: dollartje - meepikken door het maken van hoogtelijnenkaarten voor bouwondernemers, het uitzetten van particuliere terreinen en het functioneren als chef-surveyor in een "board of arbitration", waarover later nog meer. Dit vulde een tijdelijke leemte op. Het moet ook gezegd worden, dat de voorwaarden - vastgelegd in overeenkomsten en soms pas later vervuld - altijd zijn nage komen. Het was wel eens moeilijk, maar daardoor ook wel voldoening gevend, als het na enige tijd weer recht getrokken werd. Een beetje doordouwen was dan wel nodig. Jongere vakgenoten vragen mij wel eens: "Zal ik dit of dat con tract aangaan?" en ik kan dan alleen zeggen: "Informeer per soonlijk bij ambassades, consulaten enz." vooral op vaktech nisch gebied. Uiteraard zal een overeenkomst, gesloten met een maatschap pij in het moederland, aantrekkelijk zijn, omdat men bij terug komst op zoTn maatschappij kan terugvallen. Bij ontwikkelingshulp heeft men altijd na het beëindigen van zijn overeenkomst de kans na een bepaalde tijd in een werkloze pe riode te belanden. Als de sociale voorzieningen in een land goed tot zeer goed zijn, zoals in Nederland, zal dit het gaan naar het buitenland ongun stig beinvloeden: men hoeft dan niet meer zo nodig. 349

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1980 | | pagina 350