De eed: Als men enige jaren voor een gouvernement werkt, ontstaat een zekere verhouding, waarbij vertrouwen ontstaat tussen de plaatselijke bevolking, c.q. stammen en de landmeter, die daar opereert. Men komt dan soms in een positie te verkeren, waarbij men niet alleen als vraagbaak, maar ook als adviseur gaat optreden. Het volgende verhaal zal dat duidelijk maken: In het land, waar ik enige jaren werkzaam was, werd ik be noemd en beëedigd als landmeter in diverse particuliere grens geschillen. De procedure was vrij eenvoudig. Twee eigenaren brachten hun bezwaren bij de rechter, de eigendomspapieren (meestal zgn. TTwarranty deeds", waarop tientallen jaren geleden in magnetische azimuts de landomschrijving plaats had en tot een grootte-bepaling was gekomen) werden ingeleverd. De omschrijvingen bleken bijna nooit te sluiten en waren boven dien in maten uitgedrukt als TTzoveel rods N 35° 16" E, thence running1' enz. enz. tot men weer bij het beginpunt kwam. De grootte werd meestal in acres aangegeven. Elke partij had zijn eigen landmeter en schrijver dezes werd na overleg be noemd tot Chairman of the Board of Arbitration. Bij elk dispuut werd ik telkens weer beëedigd, de voorlopige kosten vastgesteld en de datum, waarop het resultaat van de me ting bij de rechter aanwezig moest zijn. Ik heb wat dagen in de rechtszaal doorgebracht om telkens weer beëedigd te worden. Deze beëediging nu was een procedure op zichzelf. De eerste keer toen dit het geval was werd ik meteen tot 50,- boete veroordeeld wegens belediging van de rechter, omdat ik geen das om had. Ze hadden mij uit het veld gehaald (lees gearresteerd door de sheriff), ca. 10 km buiten de stad, waar ik in een moerasachtig gebied een terrein aan het uitzetten was voor een nieuwe University. Nadat ik alsnog een zwarte das had bemachtigd werd mij ver zocht twee vingers in de hoogte te steken en een vrij lange Engelse tekst na te zeggen, waarna de procedure werd bezegeld door de bijbel te kussen. Dit kussen was in de voorgaande jaren al zo intensief beoefend, dat er een duidelijke witte vlek op de omslag was verschenen. Voor de toekomst heb ik het toen als volgt geregeld. Ik pakte de bijbel beet, hield mijn duim op de witte vlek en beroerde daarna mijn duimnagel. Maar wat te denken van een jonge Nederlandse arts, die als ge tuige werd gehoord bij een verkeersongeval. Bij de rechter ver klaarde hij, dat hij geen eed kon afleggen wegens zijn humanis tische levensopvatting. Hij kreeg de gelegenheid om de rechter te vertellen wat de humanistische levensopvatting inhield. Nadat hij daarover in behoorlijk Engels ca. een kwartier had gedaan, 354

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1980 | | pagina 355