Een actiever beleid in deze b.v. door voorrang te geven aan
mensen die uit het buitenland terugkomen, lijkt wel het aller
minste wat kan worden gedaan.
Vaak komt men terecht bij firma!s, die door de hele wereld
opereren, hetgeen inhoudt, dat men weer naar het buitenland
kan worden uitgezonden en dat men in Nederland niet meer aan
de bak komt. Ook hier geldt, op welk niveau men ook werkt:
wat wil men. Vaak zal de beslissing zo zijn, dat men water in
de financiële wijn zal moeten doen.
Interessant is het zich te verdiepen in een recent rapport, ver
vaardigd door de Universiteit van Leiden, over de animo voor
uitzending naar het buitenland, gezien binnen het kader van de
ontwikkelingshulp.
Op dit gebied zouden ook de opleidingsinstituten een duidelijke
inbreng moeten hebben.
De persoonlijke instelling en omstandigheden en de eigen erva
ringen op vakgebied zullen vaak richtlijnen zijn voor de keuze
bepaling.
5. Toekomst visie
Als men de toekomst zou kunnen afleiden uit de ervaringen van
het verleden, dan zou men gauw vervallen in extrapoleren, één
van de gevaarlijkste methoden, welke wij in de geodesie kennen.
Wanneer wij met een tachymat een kaart maken met de x y z
coördinaten, doen wij in wezen niet anders dan ik ca. 25 jaar
geleden deed, n.l. hoogtemeten met een theodoliet binnen een
coördinatenstelsel.
Natuurlijk, de hulpmiddelen zijn nu overbodig. Wie weet nog
wat TTtables TachéométriquesM zijn, om gereduceerde afstanden
en hoogteverschillen te verkrijgen?
Wie weet nog wat een Bransviga rekenmachine is? Het geheel is
nu samengevoegd tot een enkele MtapetT, welke via een computer
tot de kaartvervaardiging komt.
In wezen is de verandering slechts zo, dat de techniek - in het
bijzonder de electronische - vele handelingen heeft overgeno
men. Toch zal de factor terreinkennis en inzicht de basis blijven
voor het vervaardigen van kaarten.
Vanzelfsprekend zullen de nieuwe ontwikkelingen ook aantrekke
lijke kanten hebben, maar de basis zal toch blijven: de principes,
voor de geodeet neergelegd in de boeken van Schols, Schermer-
horn en v. Steenis, benevens de vele artikelen, die in de vakbla
den zijn gepubliceerd door vakgenoten.
De behoeften en inzichten in een bepaalde maatschappij zullen de
facetten van de geodesie in een zekere periode meer accentueren,
dan soms in een voorafgaande.
356