in de versnellingen gemeten worden langs assen die vastzitten
aan het voertuig. Een dergelijk systeem bevat weinig fijnmecha-
nisch werk, maar de benodigde berekeningen zijn ingewikkeld.
Dit is de tendens die men veel tegenkomt: fijnmechaniek wordt
vervangen door (digitale) elektronika of zelfs door software.
Door integratie vindt men uit de verdraaiingen en de "werkelij-
ken versnellingen de snelheidsvektor van het voertuig op ieder
tijdstip, en door opnieuw te integreren vindt men de plaats van
het voertuig. Gesproken werd over TTwerkelijkeTT versnellingen.
Een versnellingsopnemer is namelijk alleen gevoelig voor de
som van de versnelling (veldsterkte) van het zwaartekrachtsveld
en de werkelijke versnelling die bij de beweging hoort. Als men
het zwaartekrachtsveld kent, dan kan men met behulp van de
traagheids methode de verplaatsing van een voertuig bepalen.
Deze traagheidsinstrumenten worden, behalve door militairen,
gebruikt voor de navigatie van grote lijnvliegtuigen. Omdat men
tweemaal moet integreren, wordt de nauwkeurigheid in een be
wegend voertuig snel slechter met de tijd. Toch wordt de traag
heidsmethode ook door geodeten met succes toegepast, maar dan
op het land. De apparatuur wordt in een auto geplaatst, waarmee
men om de vijf minuten stopt om de gemeten snelheid te kontro-
leren.^ Indien de drift van de instrumenten - vooral van de rota-
tieopnemers - voldoende klein en regelmatig is, dan kan men,
uitgaande van een bekend punt, uit zulke waarnemingen alle geo
detische grootheden bepalen: de plaats in drie dimensies en de
versnelling van de zwaartekracht in grootte en richting. Grondi
ge kennis van de (hogere) geodesie en van moderne filtertech
nieken is echter noodzakelijk om de bestaande apparatuur te ge
bruiken in de landmeetkunde.
Gr avimetr ie
In de gravimetrie zijn twee opvallende ontwikkelingen aan de
gang:
In de eerste plaats is men in staat om met hoge nauwkeurigheid
(10-7 ms-2 10 ju gal) de absolute waarde van de versnelling van
de zwaartekracht g op verschillende punten te meten. Hierdoor
kan men hoogteveranderingen in de tijd in absolute zin meten,
dat wil zeggen ten opzichte van de massaverdeling van de aarde,
zodat het dalen of rijzen van de zeespiegel gescheiden kan wor
den van de deformatie van de aardkorst. Bovendien kan in prin
cipe uit de absolute bepaling van de g de grootte van de aarde
bepaald worden.
Verder wordt veel aandacht besteed aan de meting van de aard-
getijden. Er zijn daarvoor registrerende gravimeters gekon-
strueerd met zeer hoge gevoeligheid (tot 10-10 ms-2 0,01 Mgal).
De theorie van de aardgetijden, die een sterke wisselwerking
36