TTIk zal dit in een vakgroepsvergadering of op een werkbespreking
of iets anders democratisch maar eens bespreken", mompelt de
theoreticus. Vooruitlopend hierop ondertekent hij de notities als
voorzitter van de vakgroep alpha. Aan Bogel zal hij alvast een
copie sturen.
Drie weken later vindt op de kamer van de dekaan de discussie
tussen de faculteitskopstukken Bogel, Vogel en Bokkema plaats.
Bogel heeft een aantal notities voor zich die de voortvarende
Poelreiger hem een half uur eerder heeft gebracht.
Inleidend laat Bogel een aantal zaken de revue passeren: een toe
nemend aantal studenten, het verzadigen van de traditionele ar
beidsmarkt, een gewenste heroriëntatie op het wetenschapsge
bied van de Byzantinologie, het Middel- en het Nieuwgrieks, de
achterstand op het buitenland met name Griekenland.
"O, ja, Bokkema eh Wiebe bedoel ik, eh je hebt me en
kele notities gestuurd van vakgroep alpha, begrijp ik?tT, eindigt
Bogel.
"Ja, dat is duidelijk, Theophilus. Ik ben bang, dat je de kern
van ons vakgebied wat uit het oog verliest, wat heel begrijpelijk
is voor iemand die nog maar aan het begin van zijn gedachtenvor-
ming staat. De plaats van de fonetiek moet binnen de ene oplei
ding uiteraard centraal staan. De laatste tijd heb ik toch al veel
te veel ingeleverd, zoals je ongetwijfeld weet".
"Ja, eh daar heb ik het nog niet precies over gehad", tracht
Bogel wat onzeker te antwoorden, "maar misschien moet je wel
denken aan twee oplei
"Wat! roept Bokkema uit, "maar dan draai je de hele faculteit
de nek om, dat nóóit
"Kom, kom", intervenieert Vogel, "ik vind Theophilus1 plannen
helemaal nog niet zo gek. Maar je moet niet te overhaast te werk
382