WAÈÈmm aan één of andere technische hogeschool in den lande. Maar dit terzijde. 14. Lector Hinnikink - het ministeriële schrijven ingevolge welke hij zich professor mag noemen, is nog niet ontvangen - loopt voor het begin van de vakgroepsvergadering nog even bij Bogel aan, juist bezig met een evaluatie. MBen je er zo dadelijk, Theophilus, je moet wat over Grieken landdeskundigheid vertellen, hoor". "Ja, ja, Gerrit, hoewel mij alles tegen zit. Zat ik maar in Indië, meen ik eigenlijkM, bromt Bogel somber. MAch joh wil Hinnikink opbeurend beginnen als mevrouw Schaap-Vaandel met een velletje papier binnenloopt. MEr is antwoord uit Bandung, meneer BogelTt. Deze springt on middellijk op. "Geweldig Ella wanneer komen de vliegtickets, zijn de ho tels al besproken? Hoe lang ga ik?M Met geheel nieuw elan verdedigt de ambitieuze dekaan die middag de Griekenlanddeskundigheid; al betreft het natuurlijk een thuis wedstrijd. Veel hoeft er niet over gezegd te worden, want er is toch al een commissie die alles uitstekend begeleidt. Texeira de Mattos dringt dan ook aan op enige spoed, maar voorzitter Hinni kink vindt dat je iedereen het woord moet geven. Ten lange leste staat dan toch het discussiestuk van Uit den Schulp ter discussie. Reindert geeft een korte, wat schuchtere toelichting. Deze steekt schril af bij het weerwoord van prof. Vogel. Maar eigenlijk is al les mager en gezapig in de schaduw van het verbale geweld van Vogels betoog. De woordenstroom maakt op de vergaderenden zoTn indruk, dat niemand de vergadering nog wil voortzetten. ZoTn betoog is onge kend in de faculteitsgeschiedenis. Op de hele Rijksuniversiteit is 389

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1980 | | pagina 390