Prof. Bogaerts: ach, als je het goed bekijkt is Puntsbepaling ook een onderdeel van Vastgoedsystemen (red.: ingenieur vastgoedsystemen met aantekening Geodesie) Bij 5 persoonlijke fouten moet je uit het veld. Lopes: "Er als teckels misbruik van maken" De Munck: "Ik zie een duidelijke overeenkomst tussen een civiel ingenieur en een tandarts, ze bouwen allebei bruggen" (gehoord tijdens vergadering van de Commissie Inhoud en Pro gramma over de 5-jarige studieduur) tijdens ledenvergadering van "Snellius": voorzitter: "de excursiecommissie kan geen verslag uitbrengen, want ze is niet aanwezig". E. V. "Hé, maar IK ben er wel voorzitter: TTNou ga je gang dan maar" E. V. "Eh Nou, alles is al tijdens de stuurgroep gezegden van de begroting weet ik niets af" Creusen: "bezien we de geodeet in de praktijk, dan is deze meestal horizontaal bezig". Van der Schans over stadsvernieuwingsproject in Den Haag: en de ramen van de blindenbibliotheek waren dichtge spijkerd". Prof. De Haan over de Schiphollijn: "Minister Gruyters is toen naar de knesseth van Warmond ge gaan, wat nog nooit eerder in de Nederlandse geschiedenis is voorgekomen" Enige antwoorden op een tentamenvraag over het vak Cultuur techniek m.b.t. de gevolgen van polder-peilverlaging: - minder water, dus meer kans om Tn vis te vangen. - minder drassige grond, dus het wormsteken wordt moeilijker. - meer kans met je roeiboot vast te raken. (huidig kandidaatsniveau studenten geodesie) Het gevaar van inteelt wordt door veel biologen ten onrechte niet onderkend, wanneer het gaat om de aanstelling van nieuw weten schappelijk personeel, (bioloog a. d. V. U. Prof. Bijkerk over Recreatie model Midden-Delfland: TTWe hebben het aantal recreanten op luchtfoto's geteld, dus deze cijfers komen niet zomaar uit de lucht vallen". "U zou hier lelijk door in de war raken", "Het grappige is nu", "Nu zal ik, voor het verband, even laten zien wat er aan de hand is" (Prof. Xi te D.) 395

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1980 | | pagina 396