facet- öf sectorgewijs gebonden: juristen, economen, sociolo gen e.d. facetgewijs en bouwkundigen, civielen, landbouwkun digen e.d. sectorgewijs. De geodeten daarentegen zijn gelijke lijk bij meerdere facetten en sectoren betrokken: - facetten: mathematische, ruimtelijke, technische, juridi sche en economische aspecten; - sectoren: landbouw, milieu, volkshuisvesting, waterstaat, enz. 2. De geodeet is een typische uitvoeringsingenieur en juist bij de uitvoering - ook bij de uitvoeringsplanologie - spelen disci plines als techniek, recht en economie ten nauwste samen. Dit komt, omdat er voor de uitvoering technische, juridische en financiële middelen nodig zijn. 3. De informatiewetenschap heeft ook ten aanzien van het onroe rend goed de toekomst. Er wordt zelfs al gesproken van een informatiemaatschappij. In ieder geval leert men inzien, dat de besturing van de samenleving voor een belangrijk deel een zaak is van goede informatievoorziening. De geodesie is de enige op het onroerend goed als zodanig gerichte informatie wetenschap. 4. De ruimtelijke planning die decennia lang slechts indicatief en normatief van karakter was, wordt pas in de laatste tijd operationeel, doordat zij gekoppeld wordt aan een afzonder lijke inrichtings-, beheers- en beschikkingsplanning conform het systeem van de tweesporigheid. Bij deze koppeling speelt de operationele gebiedsaanwijzing als planologische rechtsfi guur*) een centrale rol, een figuur die bij de Afdeling Geode sie is ontwikkeld als onderdeel van een veel uitgebreider on derzoek op het gebied van de coördinatie van wetgeving 5. De geodetische opleiding is met name sinds de herprogram mering in 1974 al zover in de richting van een meer algeme ne vastgoedkunde gevorderd, dat het nu nog slechts een kwes tie is van doortrekken van de tweede hoofdlijn. De aanpassin gen die daarvoor nodig zijn, liggen vooral op het economische en planologische vlak. 56 Zie daarover meest recent het Advies over de operationele gebiedsaanwij zing als planologische rechtsfiguur van de Raad van Advies voor de Ruim telijke Ordening, Staatsuitgeverij 1979. Dit onderzoek geschiedt deels bij de Afdeling zelf, deels in het kader van het Instituut voor Bouwrecht, de Raad van Advies voor de Ruimtelijke Or dening en de Commissie Hoofdstructuur Rijksdienst. Voor publikaties zie men de jaarverslagen van de TH en de adviezen van de RARO sinds 1973. Aan de operationele gebiedsaanwijzing werd ook reeds in een aantal scrip ties uitgebreid aandacht geschonken.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1980 | | pagina 57