automatisering, hydrografie, vastgoedsystemen, vastgoeddes kundigheid en land- en stadsinrichting. De HTS in Utrecht daar entegen heeft slechts één doelstelling: onderwijsinstituut te zijn. Daarom is de HTS in een tweetal opzichten vooral van Delft af hankelijk. Nieuwe wetenschappelijke ontwikkelingen moet de HTS voor een groot deel van Delft krijgen. Nieuwe werkterreinen moeten meestal eerst door Delftse ingenieurs ontgonnen worden. Als gevolg daarvan ontstaat voor de HTS een duidelijke afhanke lijkheidsrelatie. De TH is trekker, de HTS aanhangwagen. Daarnaast is er nog een tweede as pekt waardoor de HTS, in ver gelijking met de TH, in een ongelijkwaardige positie verkeert. Als U de personele, ruimtelijke, instrumentale en financiële middelen die de HTS ter beschikking staan, vergelijkt met die van de TH dan is er duidelijk sprake van een ongelijke en onge lijkwaardige toedeling. Zowel de Utrechtse student als de Utrechtse docent moet het met minder en met slechtere midde len doen. De Utrechtse student kost jaarlijks ongeveer 15.000 gulden per jaar en de Delftse ruim 100.000 gulden. De ongelijk heid is gedeeltelijk te verklaren uit het feit dat de TH weten schappelijk onderzoek moet verrichten, maar voor de vergelijk bare onderwijstaken staan duidelijk niet-vergelijkbare onder wijsmiddelen ter beschikking. Om de vergelijking met de in de inleiding genoemde trein aan te halen: Delftse docenten en stu denten zitten in een le klasse coupé, die uit Utrecht in de 2e klasse. 3. De huidige relatie ir-ing De TH met de HTS vergelijken is makkelijker dan hun afgestu deerden met elkaar in verband brengen. Dé ir en dé ing bestaan niet. Bij hun afstuderen bestaan onderling in beide categorieën soms al grote verschillen en als gevolg van de zozeer van el kaar afwijkende bedrijfservaringen ontstaan weer andere. Daar naast kan het verschil in leeftijd een belangrijke rol spelen. Niettemin zijn er toch een paar dingen die in hun funktioneren in de praktijk opvallen. In de eerste plaats zou ik willen kijken naar de soorten werk zaamheden die de ir en de ing verrichten. Op basis van de geno ten vooropleiding zou men verwachten dat de ir vooral werk zaam is in de sfeer van onderzoek en ontwikkeling, dus vooral in staffunkties: de beleidsvormende, beleidsadviserende specia list, werkzaam in wetenschappelijke funkties. Op basis van zijn vooropleiding is de ing vooral bezig in de sfeer van toepassing van landmeetkundige kennis en vaardigheden op landmeetkundige problemen, dus vooral in de uitvoerende lijnfunkties. Deze on derscheiding van werkterreinen zou mooi aansluiten bij de on derwijsdoelstellingen van de TH en de HTS. Bovendien zou men 69

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1980 | | pagina 70