nen bijdragen tot betere correlatie tussen coördinaten van veel-
hoeknetpunten. Toen noemden wij het nog het eerlijker verde
len van nu eenmaal onvermijdelijk geachte sluitvektoren, nu
hebben wij leren beseffen dat het opbouwen van goede correlatie
essentieel is voor puntsbepaling van grotere of kleinere vorm
elementen. Geen wonder dat het op willekeurige plaatsen zaaien
van enkele snelliuspunten, zonder onderling verband, hier niet
in past. Curieus is de overeenkomst met de huidige situatie van
introductie van Dopplermetingen, men behoeft hiertoe slechts
nsnelliuspuntTT door "dopplerpunt" te vervangen!
Het derde eerdergenoemde probleemgebied was dat van TTgege-
venM punten of coördinaten. De grote ervaring met alle hiervan
ondervonden ellende in die toch maar korte praktijktijd leidde
tot de formulering van de schrankingsidee in 1944, waarover ik
in mijn eerste openbare les als lector rapporteerde. Dit werd
de basis van de HTW-1956, met een helaas niet geheel juiste
uitwerking, maar met volledige konsekwenties verwerkt in de
latere theorieën omtrent functie modellen in de geodesie. Cu
rieus is de vermelding in die openbare les van het uitzetten van
spoorwegtrajecten als mooiste voorbeeld, een gedachte die veel
later door H.Quee - geheel onafhankelijk daarvan trouwens - op
een fraaie wijze werd uitgewerkt.
Zo kan ik nog verder vertellen over onderzoek dat onverbreke
lijk verbonden is met de praktijk. Genoemd kunnen worden de
moeilijkheden die samenhingen met het aanwijzen en uitzetten
van kadastrale grenzen in interactie met fysische terreinafschei
dingen; zij leidden later tot de Ad-gedachtengang die nodig was
om het verkenningssysteem van de HTW-1956 sluitend te maken.
Ook kwam toen al de twijfel op of de rechtsregels omtrent on
roerend goed wel een sluitend systeem vormen, twijfel die door
drong in de discussies met juristen in de jongste Staatscommis
sie inzake het Kadaster en mede aanleiding was hoge prioriteit
toe te kennen aan het aantrekken van een echte jurist als hoog
leraar bij de onderafdeling Geodesie. De twijfel werd versterkt
door de daadwerkelijke gang van zaken bij hermetingen en ruil
verkavelingen, iets waarvan een echt zuivere jurist onkundig
blijft. Gestelde vragen werden dan ook nooit beantwoord, maar
dank zij de generalisering van deze problemen tot die bij alle
typen van planologische maatregelen bestaat een kleine kans dat
naast de geodeet ook de jurist zich gaat bezinnen op de vragen
rond de inschakeling van zijn model.
Met veel plezier denk ik nog terug aan controle en aanvulling van
een oude vlaktewaterpassing over een toen voor ons enorm ge
bied. Interessant bleek de stochastische analyse van de langswa-
terpassing, boeiend ook de leerschool van het vlaktewaterpassen
zelf die leidde tot een uiterst efficiënte methode v.toen het
85