deeltaak. Een fraai voorbeeld hiervan waren de cursussen inge steld door de Nederlandse Landmeetkundige Federatie. De studenten willen getallen, maar hoe deze te verkrijgen gezien het bovenstaande? Een uiterst ruwe schatting lijkt in de richting te wijzen dat 10van de Nederlandse geodetisch ingenieurs min of meer beroepshalve onderwijzer is. Uit mijn betoog volgt ver der dat 100$ onderzoeker behoort te zijn. Misschien blijkt uit deze schattingen wel dat statistiek nooit mijn sterkste punt is geweest. Zonder de onmisbare inbreng van mijn stafmedewerkers had ik het op dit gebied, evenals op aanverwan te gebieden, nooit gerooid. Denk alleen maar eens aan de door hen geboden mogelijkheden van simulering van diverse situaties door de lofwaardige software-ontwikkeling. Als ik in dankbare herinnering hieraan terugdenk, dan heb ik alle vertrouwen in de scheppingskracht van jongere generaties. En dit mag ook wel, want hoewel ik nog telkenmale de grote lijster hoor zingen, voor mij begint de lust om de bron van het gezang op te sporen wel eens te verminderen. 90

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1980 | | pagina 91