c. De derde stap wordt uitgevoerd met de afbeeldingsformules voor de UTM projectie. 3. NEDOC-project In 1981 hebben we in Nederland onder auspiciën van de Rijkscommissie voor Geodesie en met ondersteuning van diverse instanties een eigen Doppler meet- campagne georganiseerd. Dit zgn. NEDOC-project (2) bevatte 12 stations, waar onder 6 R.D. punten met eerste orde nauwkeurigheid, twee eerste orde stations van de Ordnance Survey in Engeland en 4 platforms in de Noordzee. Op deze stations werden de Doppler metingen tien dagen lang gelijktijdig uitgevoerd (zie fig. 2). De doelstelling hiervan was als volgt: 1. Vergelijking van Doppler coördinaten met terrestrische coördinaten (R.D. en ED50), en vaststelling van transformatie parameters. 2. Verbinding van 4 offshore stations met het terrestrische netwerk. 3. Verzameling van data voor betere bepaling van de geoïde. 4. Controle van de verbinding tussen de netwerken van Groot Brittannië en Ne derland. De resultaten berekend met het GEODOP-programma zijn zeer succesvol geweest. Uit een zgn. Helmert transformatie, waarbij de Doppler coördinaten naar terres trische coördinaten werden getransformeerd, werden uit de residuals de volgende standaardafwijkingen verkregen: R.D./Precise Ephemeris 13 cm R.D./Broadcast Ephemeris 16 cm ED50/Precise Ephemeris 34 cm ED50/Broadcast Ephemeris 36 cm Hierover valt dan het volgende op te merken: a. Coördinaten berekend met Precise Ephemeris zijn relatief genomen nauwelijks beter dan met Broadcast Ephemeris. b. R.D. coördinaten zijn duidelijk nauwkeuriger dan ED50 coördinaten. c. Met de deelname van twee Engelse stations krijgen we niet de indruk, dat er een groot systematisch verschil zou bestaan tussen de ED50 coördinaten van 102

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1985 | | pagina 105