wat er zich afspeelt in het binnenste van de aarde. De diepteverschillen in de Indo
nesische wateren zijn zo groot, dat het te vergelijken is met een wild hooggebergte
als de Himalaya, maar dan onder water.
Reeds in de dertiger jaren waren de Nederlandse wetenschappers zeer geïnteres
seerd in dit gebied. De Nederlandse geodeet en geofysicus Vening Meinesz, hoog
leraar aan de afdeling Geodesie tot 1958, heeft wereldberoemd werk gedaan door
veel zwaartekrachtmetingen in Indonesië te verrichten. Hij ontwikkelde zelf een
ingenieus instrument waarmee hij ook op zee de zwaartekracht kon meten. Daar
door was het mogelijk de enorme grote negatieve anomalieën ten zuiden van Java
aan te tonen. Vening Meinesz heeft aan de hand daarvan theorieën opgesteld over
de continentale drift, die nu nog steeds actueel zijn.
Maar ook andere Nederlanders hebben in Indonesië veel geologisch en oceanogra-
fisch onderzoek verricht. Een hoogtepunt was het Snellius-project in 1929-1930.
Een jaar lang zijn aan boord van de Hr. M.S. "Willebrord Snellius", een schip van
de Koninklijke Marine een groot aantal oceanografische en geologische onderzoe
kingen gedaan. De dikke rapporten getuigen nu nog van een zeer gedegen en veel
zijdig onderzoek waaraan verschillende Nederlandse onderzoekinstituten en uni
versiteiten deelnamen.
Zoals bekend is Indonesië zelfstandig geworden in 1952 en nadien zijn de betrek
kingen tussen Indonesië en Nederland aanvankelijk verslechterd. De laatste jaren
ontwikkelt Indonesië zich echter economisch zeer gunstig en gaat handelsbetrek
kingen aan met vele geïndustrialiseerde landen. Ook de Nederlandse regering pro
beert de betrekkingen met Indonesië aan te halen. Vanwege de historische banden
en de grote kennis die in Nederland nog aanwezig is over Indonesië liggen hier zeer
gunstige perspectieven. Behalve economische samenwerking trachten de wederzijd
se regeringen ook een wetenschappelijke samenwerking tot stand te brengen. Een
belangrijke aanzet hiervoor is het oceanografisch onderzoek dat in 1984 1985
wordt verricht. Het wordt gezien als een voortzetting van het onderzoek dat al in
de dertiger jaren is verricht en heet daarom het Snellius II project. Dit project
werd genoemd naar de Nederlandse geleerde Willebrord Snel van Rooyen (Snellius)
die van 1580 tot 1626 leefde. Hij was beroemd op astronomisch, natuurkundig en
wiskundig gebied. Maar in de geodesie is hij vooral bekend omdat hij de eerste was
die een landmeetkundig driehoeksnet heeft gemeten volgens de principes die heden
ten dage nog worden gebruikt (zie Snelliusboek 1960).
Het Snellius II onderzoek
Het Snelliusproject bestaat uit 5 onderdelen.
110