dig worden. l) De teruggang van industrie en nijverheid speelt daarbij een belangrijke rol. Tege lijkertijd zien we dat in oude wijken de werkloosheid tot ongekende hoogte stijgt. Een werkloosheidspercentage van 30% is geen uitzondering meer; het percentage van de bevolking dat afhankelijk is van uitkeringen in enigerlei soort loopt soms op tot 70%. Een belangrijke indicator voor ontwikkelingen in de verschillende stadswijken is het aantal bedrijfsmutaties dat plaatsvindt. F. Schreiner noemt hier "mobiliteits percentages van meestal 10-20%. 2) In een project in het Zeeheldenkwartier in Den Haag konden we hier wat preciezer op ingaan. De volgende tabel is ontleend aan P.A.G. Lohmann. 3) In totaal blijken er 60 echte gebruiksmutaties te zijn (alle technische mutaties en 125 Mutaties bij winkels en bedrijven in de periode juni 1983 november 1984 Aantallen mutaties Aantal ondernemingen Straat/plein mutaties nieuw opge heven saldo juni'83 nov/84 PIET HEINPLEIN 0 0 0 0 3 3 PIET HEINSTRAAT 26 14 12 +2 60 62 ZOUTMANSTRAAT 15 8 7 1 59 60 PR. HENDRIKPLEIN 2 1 1 0 10* 10 PR. HENDRIKSTRAAT 17 10 7 +3 68 71 60 33 27 +6 200 206 voornamelijk kantoorpanden) "Mag het wat meer zijn?", 1985 2) Berekend door het totaal van nieuw-vestigingen, verplaatsingen en beëindigingen in een jaar te relateren aan het totaal aantal vestigingen bij het begin van dat jaar. 3) P.A.G. Lohmann, "Mutaties als beleidsmiddel voor stedelijke herverkaveling", Planolo gische Discussiedagen, 1985, blz. 867.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1985 | | pagina 128