bij de rechtbanken, zoals het huwelijksgoederenregister, het boedelregister, het curatele-register, het faillissementsregister en het surséance-register, waarop op den duur kan worden aangesloten. Hetzelfde geldt voor de registers van de bur gerlijke stand en de bevolkingsadministratie bij gemeenten. Wat de registers van onroerend goed betreft zijn de meeste stukken die ingeschreven worden afkom stig van het notariaat als tweede hoekpunt van het rechtszekerheidssysteem. Het betreft dan met name notariële akten, waarin partijen ten overstaan van de notaris iets verklaren, en notariële verklaringen, waarin alleen de notaris aan het woord is. Belangrijke voorbeelden van het laatste zijn de verklaring van erfrecht8) en de verklaring van verjaring. Rechterlijke macht Toch blijkt uit het voorgaande ook reeds de belangrijke rol van de rechterlijke macht in het geheel van de vastgoedregistratie. Deze treedt hierbij in tweeërlei hoedanigheid op, namelijk enerzijds als burgerlijke rechter en anderzijds als ad ministratieve. Over de eerstgenoemde rol zegt de Kadasterwet niet meer dan dat rechterlijke uitspraken, rechtsvorderingen, executorirale en conservatoire besla gen en andere gerechtelijke stukken kunnen worden ingeschreven in de openbare registers. Langs die weg vinden zij dus ook hun doorwerking in de kadastrale registratie en kaarten. Het betreft hier echter initiatieven van de burgers zelf en niet van de registrerende overheid. Dat ligt al anders bij weigering van de inschrij ving door de bewaarder, in welk geval de president van de rechtbank ingevolge art. 3.1.2.4 NBW deze alsnog kan bevelen. In feite betreft het hier de beslissing van een administratief geschil tussen de burger als aspirant-inschrijver en de be waarder als overheidsinstantie. Nog duidelijker komt dit administratieve karakter naar voren bij het beroep tegen de bijhouding en de vernieuwing van het kadaster. In het eerste geval kun nen recht- en belanghebbenden ingevolge de artt. 61-64 Kadasterwet tegen de bijhoudingsresultaten, zoals die hen ter kennis worden gebracht wat betreft te naamstelling en omschrijving van rechten, kadastrale aanduiding, grootte en grensligging, opkomen via een bezwaarschrift bij de betrokken ambtenaar van het kadaster en een beroep op rechtbank en Hoge Raad. In het tweede geval staat een dergelijke rechtsgang open tegen voorstellen tot vernieuwing van boven genoemde gegevens, voordat deze in een proces-verbaal van vernieuwing worden opgenomen (arte. 76-79). 140

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1985 | | pagina 143