Kadaster En daarmee zijn we dan al volop aangeland bij het gedeelte van het ontwerp Ka- dasterwet, dat handelt over de inrichting, de bijhouding en de vernieuwing van het kadaster. Hoofdstuk 3 gaat over de inrichting, te weten de kadastrale registra tie, het kaartenbestand^ de daaraan ten grondslag liggende bescheiden (veldwerk) en het net van coördinaatpunten, terwijl hoofdstuk 4 de bijwerking daarvan via bijhouding en vernieuwing regelt. Zoals de openbare registers van overschrijving (eigendom en andere gebruiksrechten) en inschrijving (hypotheken en beslagen) thans in elkaar worden geschoven tot één inschrijvingsregister, zo zullen ook de kadastrale en hypothecaire boekhouding worden samengevoegd tot één kadastra le registratie. Deze geeft in combinatie met de kadastrale kaarten een zo volledig mogelijk overzicht van de rechtstoestand. Bovendien moet zij volgens art. 49 op zodanige wijze worden bijgehouden, dat zij tenminste door middel van de naam van de eigenaar of beperkt gerechtigde en door middel van de kadastrale aandui ding van de onroerende zaak of het appartementsrecht raadpleging van de open bare registers mogelijk maakt. Tussen kadaster en openbare registers bestaat dus een tweezijdige relatie: het ka daster is ingang tot de openbare registers, terwijl deze op hun beurt de voornaam ste informatiebron voor het kadaster vormen. De voornaamste, niet de enige, want daarnaast put het kadaster ook gegevens uit inlichtingen van partijen en eigen waarnemingen, met name bij aanwijzing en opmeting van grenzen, en uit inlichtingen van andere overheidsinstanties, zoals gemeenten, vooral wat betreft persoonsgegevens. Bij de ambtshalve plaatsvindende vernieuwing wordt nog meer informatie buiten de openbare registers om ingewonnen, hetgeen naast het rechts gevolg van titelzuivering op termijn (art. 79) veel kritiek van notariële zijde heeft opgeroepen9). Daarom zou het beter zijn het proces-verbaal door een notariële akte van vernieuwing - naar analogie van de akte van toedeling bij herverkave lingen te vervangen. 4. Wet leidingbeheerdersregistratie Ontwerp Het ontwerp van Wet leidingbeheerdersregistratie, dat op 25 juli 1984 bij de Tweede Kamer is ingediend10), is evenals dat van de Kadasterwet lang onderweg geweest. Reeds in mei 1971 verscheen een rapport van de Studiecommissie Lei dingenregistratie van de Nederlandse Landmeetkundige Federatie11), waarin als eerste fase voor de leidingenregistratie een dergelijke wet werd aanbevolen. Naast 141

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1985 | | pagina 144