wijzing van gronden en kan dan ook beide categoriën omvatten. Wel moet volgens art. 189 de toewijzing vaststaan voor gronden die tijdelijk aan het Rijk, openbare lichamen en rechtspersonen in gebruik gegeven worden. Uiteraard geldt een der gelijke eis niet voor de toe te delen gronden, hoewel het plan van tijdelijk gebruik vaak wel op de definitieve toedeling zal anticiperen, namelijk voorzover het gaat om gereed gekomen kavels. Het plan van toedeling zelf blijft uiteraard het klapstuk van de herverkaveling en neemt qua voorbereiding en uitvoering vaak jaren in beslag. Met het ruilplan in het kader van de kavelruil is dat niet het geval, maar dan gaat het gemiddeld ook maar om 25 ha19). Het onteigeningsplan tenslotte is in de Onteigeningswet ge regeld (artt. 122 en 123), doch de betreffende gronden worden al in het landin richtingsplan zo nauwkeurig mogelijk op kaart aangegeven. Administratieve herinrichting of ruilverkaveling Bij uitstek geodetisch-juridisch is de administratieve herinrichting of ruilverkave ling. Het heeft mij persoonlijk heel wat moeite gekost om deze in de nieuwe wet geregeld te krijgen20). Een daartoe ontworpen amendement op de Landinrich tingswet werd in plaats van door mijn eigen partij door de PvdA ingediend en later dan ook prompt verworpen21). Toen was echter inmiddels overeenstem ming bereikt over een wat minder zichtbare, maar niet minder effectieve inbouw van deze verkavelingsvorm in de wet via een aantal nota's van wijziging van de regering en amendementen van de Tweede Kamer. Aanvankelijk wilde de regering niet verder gaan dan een vereenvoudiging van de procedure van herinrichting en ruilverkaveling mogelijk te maken via weglating van het landinrichtingsprogramma22). Later aanvaardde zij toch een verdere af slanking ook van het landinrichtingsplan, zodat maatregelen en voorzieningen in de zin van infrastructurele werken met de daarvoor benodigde gronden geheel zouden kunnen worden weggelaten en daarmee dus ook de toewijzing aan open bare lichamen via algemene aftrek of onteigening. In de tekst van art. 74, eerste lid onder d, komt dit tot uiting in de woorden: "met, in voorkomende gevallen, vermelding van de daarvoor benodigde gronden." Het kan nu dus ook voorko men, dat helemaal geen grond nodig is voor openbare doeleinden, zodat ingevol ge het bij amendement-Van Noord (CDA) toegevoegde zesde lid van art. 131 ook geen begrenzingenplan behoeft te worden opgesteld23). Ik geef toe, het lijkt allemaal ingewikkeld, maar het komt er dus op neer, dat zo wel herinrichting als ruilverkaveling zodanig kunnen worden afgeslankt dat alleen 145

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1985 | | pagina 148