ten brengen van de ideeën naar allerhande deskundigen. Veel instanties leggen zich namelijk toe op het geven van adviezen hoe een on derneming op te zetten. De laatste jaren is voor starters het modewoord voor aspirant-ondernemers een heel netwerk van adviesinstanties in het leven geroe pen waar zij, veelal zonder kosten, deskundig advies kunnen krijgen. Zij geven adviezen en je moet zelf beoordelen in hoeverre deze adviezen voor jouw op te richten bedrijf relevant zijn. Jij neemt de beslissingen en nietje adviseurs. Ik heb goede ervaringen met de adviseurs van het Verbond van Nederlandse On dernemingen (VNO) te Den Haag, de kantoren van de Rijksnijverheidsdienst (RND) te Rotterdam en Amsterdam en de Stichting Kleinood te Den Haag. Het bleek mij dat een gesprek met een adviseur meestal als volgt verliep: De adviseur vraagt je te vertellen wat jouw ondernemers-ideeën zijn en waar om je denkt dat deze te verwezenlijken zijn; na kritisch naar dit betoog geluisterd te hebben probeert de adviseur zoveel mogelijk gaten in jouw betoog te schieten. Het is jouw taak hierop adequaat en overtuigend te reageren; Vervolgens word je aangeraden je ideeën op een heldere wijze uiteen te zetten in een zogenaamd ondernemersplan. Een ondernemersplan dient aan te geven wat de doelstellingen van de onderne ming zijn en hoe je ze denkt te realiseren. In dit plan komen derhalve zaken aan de orde als een omschrijving van de produkten en diensten, een beschrijving van de markt, een financiëel plan, de juridische vorm van de onderneming, een meer jarenplanning, etc. Teneinde meer te weten over de consequenties van het ondernemerschap werd in deze periode ook een aantal speciaal voor starters georganiseerde symposia be zocht zoals bijvoorbeeld het symposium "Ondernemend zijn, Ondernemer wor den" aan de Technische Hogeschool Eindhoven. Nuttig was de cursus van het Centraal Instituut Midden- en Kleinbedrijf (CIMK) getiteld: "Financiële en Commerciële Aspecten in de Startfase". Deze cursus probeert een duidelijk beeld te geven van: de noodzakelijke investeringen; de financieringsmogelijkheden; de verhoudingen in geldbehoefte en geldbeschikbaarheid; de kostenbegroting voor het eerste jaar; de berekening van de kritische omzet; 160

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1985 | | pagina 163