sterkte x Impedantie).
Voor het akoestische "circuit" tussen bron, reflector en detector geldt een soort
gelijke wet, namelijk p V x Z (Druk Deeltjessnelheid x Akoestische Impedan
tie). Een hydrofoon meet de druk (p) en is .te vergelijken met een voltmeter, een
geofoon meet de trillingssnelheid van deeltjes en is te vergelijken met een ampère
meter.
We hebben hier te maken met uiterst zwakke signalen in een omgeving waar veel
storingen optreden. Om de signaal-ruis verhouding te verbeteren plaatst men de
seismometers in groepen van bv. 20 tot 60 stuks, welke gezamenlijk één signaal
ter registratie doorzenden.
Omdat deze bij grafische weergave op één snaar komen, noemt men de groep
ook wel een "trace" of een kanaal. De signalen versterken elkaar, terwijl de ruis
juist de tendens zal hebben om - door haar meer toevallig karakter tegen el
kaar weg te vallen.
Voorts bewerkstelligen deze groepen ook weer een grotere gevoeligheid in de
richting van waar men de signalen wil opvangen. Op land kan het patroon zowel
in de lijnrichting als loodrecht daarop worden uitgelegd. Op zee kan dat niet en
plaatst men de hydrofonen in een lange kabel, die "streamer" wordt genoemd.
Deze kabel heeft meestal een lengte van 2400 meter, waarin 48 groepen van hy
drofonen, op onderlinge afstand van 50 meter, zijn aangebracht. Andere aantallen
zijn mogelijk, bv. 24 of 96 groepen.
De streamer bestaat uit een doorzichtige, soepele, plastic koker van ongeveer 8
cm diameter, gevuld met olie of petroleum. Dit is omdat de hydrofonen zich in
een vloeistof moeten bevinden terwijl de streamer hetzelfde soortelijk gewicht
moet hebben als het omringende zeewater. In water van een ander zoutgehalte
moet altijd opnieuw geballast worden. In de streamer bevinden zich, behalve de
hydrofonen, ook de bekabeling die de signalen van iedere groep naar het instru
ment zenden en voorts de staalkabels, die het slepen waarbij krachten van
5000 kg optreden mogelijk maken. Het geheel is een kostbaar apparaat met
meer dan 30.000 hoog kwalitatieve elektrische verbindingen. Bij het inhalen, waar
meestal een paar uur mee is gemoeid, wordt het geheel op een rol van ongeveer
3 meter diameter op het achterdek opgeslagen.
Tijdens het meten bij een vaarsnelheid van rond de 10 km/uur wordt de
gehele streamer op 10 a 15 meter diepte gehouden. Door aan het einde van het
250 meter lange aanloopstuk de nodige verzwaring aan te brengen wordt het be
gin van de kabel op de goede diepte gebracht door het juiste soortelijk gewicht
179